De kat verstopt zich onder het chassis van de dichtstbijzijnde auto. Ze kijkt schichtig. Nu ze stilzit, draait Skip als een blad aan de boom om. Hij kwispelt uitnodigend en wil met haar kennismaken. Als we dichterbij komen blaast ze. Ze heeft geen vertrouwen in een goede afloop bij een ontmoeting. De miscommunicatie tussen honden en katten is vooral gestoeld op de afwijkende lichaamstaal die leidt tot onbegrip. Ik vraag Skip haar te negeren en samen lopen we verder. Zodra we iets verderop zijn installeert de kat zich weer op de gloeiend hete tree van de opgang naar ons huis. Skip kijkt op hetzelfde moment om en blaft gefrustreerd. Ik prent mezelf in om strakjes alert te zijn op haar eventuele aanwezigheid.
Skip vindt bewegende katten meeslepend spannend omdat ze zijn jachtinstinct aanwakkeren. Katten die ongeoorloofd onze tuin binnendringen worden behandeld als ongewenste vreemdelingen. Hij jaagt ze de oude kastanje in en blijft dan aanhoudend blaffen; net alsof dat helpt. Katten in rusttoestand zijn volledig oninteressant omdat er geen (re)actie op hoeft te volgen. Daarnaast denk ik dat honden katten geheel misplaatste ijdelheid en arrogantie toedichten.
De meest opzienbarende transformatie ondergaat Skip bij onze vrienden: eigenaars van meerdere fluwelen huistijgers. Bij hen gedraagt hij zich als een welgemanierde gast die zich welgevallig door de aanwezige poezenbeesten laat besnuffelen, met hen neust en zelfs toelaat dat een kat zich tegen hem aanvlijt en zich tussen zijn poten oprolt.