maandag 28 februari 2022

ZWAAISTAART

 iedereen wil aardig gevonden worden

Skip hoopt dat elke naderende voetganger speciaal voor hem komt. Maakt die persoon daadwerkelijk oogcontact dan begint zijn volbehaarde staart acuut hevig in de rondte te zwaaien als een helikopterblad - in gedachten zie ik hem al opstijgen. Wordt de vriendelijke Skip genegeerd of onheus bejegend, dan is hij ernstig ontgoocheld, soms zelfs ontdaan. Niets menselijks is hem vreemd; hij wil graag aardig gevonden worden. 

Vanmorgen stevende al van verre een overvrolijke labradoodle op ons af. Ik ging door mijn hurken en spreidde mijn armen welkom open. De hond werd helemaal gelukkig van mijn hartelijke ontvangst. Zijn bazin reageerde opgetogen: ‘De meeste mensen vinden het minder prettig – en dat is nog zacht uitgedrukt – als mijn hond zo enthousiast op hen afstormt. Hij is dan altijd zo teleurgesteld en dat vind ik zo zielig voor hem, want hij bedoelt het goed.’ 

Ik vertel dat Skip net zo beteuterd is als hij wordt afgewezen, vandaar dat ik zo reageerde. Ik sparde wat met de hond die zich in alle bochten tegen me aan schurkte. Daarna vervolgde ieder zijn weg weer. Na vijftig meter draaide de labradoodle zich om en keerde naar mij terug. Hij maakte een bokkensprong waardoor ik een ferme lik in mijn gezicht ontving. Een beetje beschroomd keek hij me aan, waarna hij definitief achter zijn bazin aandraafde. Ik interpreteerde het als een bedankje voor het aanhalen en veegde met een ietwat smoezelige zakdoek het slijm van mijn wang.

uit de bundel: Kluif (2013) door Cela den Biesen

zondag 27 februari 2022

NIEUWE SCHOENEN

 wiegen in water

Skip wiegelt zijn lijf zachtjes in de rivier. Een schattig Frans buldogje verkent ondertussen knorrend de oever. Hij zet enkele stapjes in het water om aan diens snuit te ruiken. Skip heeft er geen oren naar en kijkt langs hem heen. Hij is gefixeerd op de stok die ik straks voor hem in het water ga gooien. 

De breedgeschouderde eigenaar vertelt desgevraagd honderduit over zijn Dozer. Leuk! Vooral stoere sterke verhalen. Hij vindt het, geloof ik, minder plezant dat ik zijn hond zo’n quity pie vindt. Welbeschouwd valt er weinig te vertellen. Behalve het feit dat zijn Dozer er adorable uitziet, is het vooral een luie hond die graag en veel slaapt. De enige hobby van de hond is schoenen aan flarden scheuren - een niet opgeruimde schoen kan als verloren worden beschouwd. Terecht meent de hond: de schoen bevindt zich op de grond, dus is het zijn eigendom. 

De schoonmoeder van de man doet er stiekem haar voordeel mee. Zo nu en dan vraagt ze uit eigen beweging of ze op het bulletje mag passen. Oppasoma die een schoenentic heeft, laat dan oeps per ongeluk een miskoop rondslingeren. Zo kan ze legitiem een nieuw paar aanschaffen en geeft daarmee een originele draai aan het spreekwoord: men moet geen oude schoenen weggooien voor men nieuwe heeft.

uit de bundel: Kluif (2013) door Cela den Biesen

SAMEN

 innige band met je hond

Samen

Hij met vier poten

en ik

met beide benen 

op de grond


uit de bundel: Kluif (2013) door Cela den Biesen

GEEN BRUG TE VER

oeververbinding

Het vervallen doch stabiele bruggetje beschikte over een gebladderde leuning die slechts een likje verf nodig had, en twee missende planken die eenvoudig te vervangen waren geweest. We hadden zelf al eens een plank meegenomen en los erop gelegd omdat de rechtmatige eigenaar van de oeververbinding ons onbekend is. Een week heeft de houten lat gelegen voordat de verveelde zaterdagochtendjeugd besluit ermee fikkie te stoken.

hindernis, oversteken,

Zomaar uit het niets hing er ineens een gloednieuw eigentijds stalen bruggetje over de beek. Geen glij- of valpartijen meer tijdens regen of vorst. We waren blij verrast. Een bedenking: de huidige bodem bestaat uit een stalen rooster dat voor hondenvoetjes ongeschikt is. Vol bewondering heb ik toegekeken hoe divers honden reageren op het rastervloertje. Een Shiloh Shepherd neemt de hindernis met hoog opgetrokken poten en op kousenvoeten. Een Västgotäspets weigert de overtocht en laat zich dragen. Jack Russells Cruzer en Byker hink-stap-springen eroverheen, slechts eenmaal zakt een achterpootje kolderiek tussen de tralies. Een fanatieke Labrador die een overgegooide stok achterna rent, signaleert de lastige ondergrond niet eens. Skip gebruikt de brede strip staal aan de zijkant.

staal te heet onder de voeten

Ik verwachtte geen noemenswaardige problemen meer bij een volgende oversteek. Een misvatting. Zonnestralen verwarmden het staal en Skip werd het te heet onder de voeten. Hoe bereikte hij nou de overkant? Het talud is te steil. Afdalen zou wel gaan, maar omhoog krabbelen zou onmogelijk lukken. Eureka! Skip volgt de beek tot aan de uitmonding van de rivier. Daar waadt hij door de kabbelende afwatering om zo de lager gelegen wallenkant aan de overzijde te betreden. Hij wacht me op bij het bruggetje. Zelfstandig bedacht en uitgevoerd. Petje af. 

uit de bundel: Kluifjes door Cela den Biesen (2012)

TROPENROOSTER

 luie leeuwen voor pampus op de Afrikaanse savanne

Het malse groen is dor en geel. De eerste bosbranden hebben al gewoed. De hittegolf betekent een ware uitputtingsslag. Natuur, mens en dier zuchten onder tropische waarden. Wij passen ons (wandel)schema aan.

In de vroege ochtend scheren zwaluwen als volleerde kamikazepiloten hoog in de lucht waar ze hun acrobatische kunsten vertonen. Verschrompelde eikenblaadjes vol meeldauw ruisen in een zomers briesje en dalen langzaam op de bodem neer. Skip en ik zoeken het kalm kabbelende water op. Na tien baantjes is hij afgekoeld en bekaf. Alvorens terug naar huis te sloffen, genieten we van het samenspel van licht en water dat rustgevende schaduwen op een restant van een oude kloostermuur tekent.

Noodgedwongen ligt Skip overdag voor pampus als een luie leeuw, met de poten gevouwen in de lucht, op de imaginaire Afrikaanse savanne. Af en toe hapt hij loom naar een irritante bromvlieg, soms wordt er een gevangen. Een deur die dichtknalt door de tocht. Hij kijkt niet op of om. Pas als de barbecue wordt aangestoken, komt hij volledig tot bewustzijn.

Tijdens de aarzelende schemer tjirpen de krekels en een bonte specht hamert er ritmisch op los. Het tot stro verworden gras knispert bij elke voetstap. Samen vormen we een harmonieus orkest dat musiceert met onorthodox gereedschap. In het vredige hondenbos worden we lek geprikt door venijnige muggen. Ze steken zelfs door de dunne vacht van Skips snoet heen. De bloedzuigers zorgen dat zijn ooglid kortstondig opzwelt: niet met de poten wrijven! Een elegant eekhoorntje zorgt voor afleiding door rap een den in te klauteren. Jonge konijntjes zitten dapper op ruime afstand van hun holletje. Gewoonlijk zou Skip een sprintje trekken, nu begroet hij de lampreien vriendelijk en van akelig dichtbij. Hun onbevreesde blikken kruisen veelbetekenend die van hem. Beide partijen hebben geen puf voor hachelijke wedstrijdjes en laten elkaar tijdelijk links liggen. Ons klimaat kennende zal zo’n intermezzo van korte duur zijn.

uit de bundel: Kluifjes door Cela den Biesen (2012)

vrijdag 25 februari 2022

UITLAATGASSEN

 happy rennen

Vandaag is het eindelijk droog. Er waait een frisse wind door het bos. De bloesem van de slee- of meidoorn bedwelmt met haar zoete boeket. Het is te koud voor de tijd van het jaar. Het beukenbos kijkt somber en surrealistisch tegelijkertijd. De frêle frisgroene blaadjes wiegen als lichtende lampionnetjes. De saaiheid van druilerige dagen ervoor is vergeten. Skip maakt er een feestje van.

Uitbundig neust Skip rond en pikt allerlei geurtjes op. Hij snuift de sporen van behendige eekhoorntjes en haastige lampreien. Ik ruik driehonderd ooien met besmeurde konten in de kraal. Hij snuffelt met de opgewonden neus onaflatend op de grond om het ene na het andere interessante spoor te volgen. Een Border Collie die hem lange tijd op de hielen zit, signaleert hij niet. Ik adem de dompige lucht van een als kroeg ingerichte legertent van de plaatselijke zweefvliegclub in.

Ik verplaats me met kleine stapjes in langzame cadans. Weg van de stank. Skip heeft het druk met sporenonderzoek en is onnavolgbaar. Een schreeuw. Een onvoorzichtige Beagle rent tegen het mobiele schapennet dat onder stroom staat. Na bijna twee uurtjes rondjes rennen, houdt Skip het voor gezien. Hij heeft zichzelf hondsmoe gemaakt.

Later zet het geurfestijn thuis door. Ongemerkt heeft Skip van de schapenkeutels, waarmee het hele terrein bezaaid ligt, geproefd. Hij verspreidt een walmende reuk. Het opdringerig parfum van de witte sering verdrijft de uitlaatgassen uit de kamer. Nog een geluk dat de tuindeur geopend kan blijven.

geurfestijn van parfum

uit de bundel: Kluifjes door Cela den Biesen (2012)

THUISBLIJVER

 

Tegen het vallen van de avond zijn we neergestreken op een bankje in een dromerige glooiende omgeving. Door het overvloedige aanbod van steenrode schapenzuring en teunisbloemen die als brandende toortsen naar de hemel reiken, lijkt het aardoppervlak in vuur en vlam te staan. Behalve een zoemende bezige bij, heerst in de wijde omtrek totale verlatenheid. De massa is op vakantie. Puur genot!

Skip neemt het initiatief om te pauzeren bij een bankje. Feilloos weet hij elk zitmeubel in het park, onze wijk of in het bos te vinden. Ik moet echt een steekhoudend argument hebben om geen gebruik te maken van een rustmoment, anders plant hij zich gewoon neer. Vandaag is het zo warm dat we verplicht moeten bijkomen. Och, het is net als een terrasje pikken: zien en gezien worden. Ons publiek: een specht die nonchalant in een berkenstam hamert en ons van opzij gade slaat, en een eenzaam konijntje dat landerig in de schaduw verkoeling zoekt en erop vertrouwt dat de hond net zo loom is. Die kijkt intussen ontspannen om zich heen. Hij krijgt lauw water uit een flesje, ik neem een plakkerig zuurtje dat aan de wikkel zit gekleefd.

Heimwee, een poolhond en het onvermijdelijke hondenleed dat je in Zuid-Europese landen tegenkomt zijn de voornaamste redenen waarom ik in Nederland blijf. Pluspunt van in eigen land vertoeven is de rust, want ‘iedereen’ is weg. Je krijgt er voor nop zo’n vals vroeger-was-alles-betergevoel bij: toen alles nog overzichtelijk was in ons dunbevolkte kikkerlandje.

De zon hangt laag in de strakblauwe lucht. We genieten volop van het roerloze uitzicht. Na een poosje strekt Skip uitgerust zijn voorpoten; we mogen verder lopen. Het laatste stukje sukkelen we kriskras onder het loof van de eiken dat het zonlicht filtert. Onze auto staat eenzaam op de parkeerplaats. Ja, thuisblijven gedurende de zomervakantie heeft zo zijn voordelen.


uit de bundel: Kluifjes door Cela den Biesen (2012)

SKIP WAS HERE

 hond aan de lijn

We volgen de schoolweg. Het is er uitgestorven. Buiten de schoolvakanties wandelen we hier nooit. Af- en aanrijdende middelbare scholieren op opgevoerde scootertjes provoceren Skip. Verder ligt de route onder schooltijd bezaaid met bergen afval zodat het voor Skip één groot snackfestijn lijkt. Nu kan ik onbezorgd genieten van de rijkelijk opgekomen wilde flora.

We zijn hier lang niet geweest. De beek is verlegd en meandert langs de snelweg in wording. Skip is begerig naar het water. Vanwege de roestbruine kleur en een grote olievlek houd ik hem aangelijnd. Vervallen tuinderswoningen zijn tegen de vlakte gegaan en hebben plaatsgemaakt voor boerderettes. Op sommige plekken heeft de tijd stil gestaan. Bungalows van het jarendertigtype met ouderwetse stoere dahlia’s in de voortuin doen nostalgisch aan.

Elk vrijstaand huis heeft zijn eigen autonome hofhond(en). Ze zijn stuk voor stuk luidruchtig en opgewonden wanneer we naderen. Bij menigeen gaat dat gepaard met een grimmig ontbloot gebit. Skip hond peilt feilloos aan welke kant van de weg hij moet lopen om de blaffers en bijters te mijden. De ‘pas op voor de hond’ en ‘hier waak ik’ schildjes hangen hier terecht. Er hangt er zelfs eentje in drie Oost-Europese talen: deze bewoners zijn voorbereid.

Het is benauwd. Een laaghangend wolkendek drijft de temperatuur op. Hijgende Skip is niet vooruit te branden. Naast de toegangspoort van het vooroorlogse kerkhof lest hij zijn dorst door voorzichtig uit een verschoten plastic gieter die ooit oranje moet zijn geweest te drinken. Het geluid van een shovel dwingt zijn kijkers richting begraafplaats. Met meer dan normale belangstelling steekt hij zijn druk bewegende neus tussen de spijlen van het afgebladderde hekwerk. Er worden verjaarde graven geruimd. Wat had Skip graag de uit de kluiten gewassen kerel met de spade willen assisteren bij het opgraven van knoken. Mogelijk geïnspireerd door deprimerende zerkteksten (heden ik, morgen gij), laat hij zijn eigen gedenkteken na. Voordat we verder slenteren, schraapt hij stevig zijn poten over de donkere aarde: Skip was here!

uit de bundel: Kluifjes door Cela den Biesen (2012)

donderdag 24 februari 2022

PIK NIKS

picknicken,snacks,barbecueworstjes,

Sinds de financiële crisis wordt er frequenter gepicknickt op de oever. Geen chique piquenique in een smaakvolle buitenambiance met voortreffelijk fingerfood, maar een happerij van voorverpakte snacks op een met de Franse slag ontvouwde plaid. Heel gezellig allemaal, ware het niet dat de inhoud van die meegesleepte tassen vol etenswaar deels achterblijft in de vrije natuur; voor hondeneigenaars misschien wel ergernis nummer 1. Hongerige honden daarentegen beschouwen die restjes als een onverwacht buitenkansje.

Schrokoppen ruimen de restanten Polski worst, afgekloven spareribs, pizzarestjes en zwartgeblakerde barbecueworstjes met graagte op. Halfvolle plastic flesjes met twijfelachtige inhoud dobberen als apporteerdummy’s in de rivier. Vandaar dat ik mijn omnivoor de ochtend na een zonnige warme dag liever aan de lijn houd. Behalve als we een uurtje later wandelen dan gebruikelijk. Dan hebben Labradors Jazz en Sax al genoten van een snelle hap tijdens hun lopend buffet.

Deze ochtend hadden we uitgeslapen. Daarom liet ik Skip met een gerust hart langs de wallenkant los. Bovendien had hij me met zijn meest onschuldige blik aangekeken: ik pik niks, echt waar! Hij struinde wat door het struikgewas en zoals verwacht kwam hij redelijk gauw terug. ‘Braaf’, prijs ik hem nietsvermoedend.

Die avond nog ligt de hond-met-de-maag-van-staal vreselijk te winden. ‘Ga als de wiedeweerga een eind uit mijn buurt liggen. En voortaan houdt het losloopreglement naast ‘verboden te snacken’ tevens ‘geen rookgordijn leggen’ in’. Mocht hij overigens weer eens ongehoorzaam zijn, dan kan ik wèl die grappige oneliner uit de Melkunie reclame gebruiken: ‘Ik had nog zo gezegd geen (stink)bommetje!’ 

rotte vis

uit de bundel: Kluifjes door Cela den Biesen (2012)

REUTEMETEUT

 hond op vrijersvoeten

Het begon onlangs allemaal met onze brave buurhond, een Friese Stabij, die ‘s morgens in het bos de benen nam. Even was passie de baas. De uitgetelde Sammy meldde zich uren later op de plek waar de baas en hij voor het laatst samen waren. Gelukkig had niemand zich ermee bemoeid.

Een hond op vrijersvoeten in een voor hem bekend gebied raakt zelden in paniek. Is de hond klaar met zijn zoekopdracht, dan meldt hij zich vanzelf weer. Want goedbedoelde meeneemacties van aardige mensen brengen vaak onrust voor baas en hond met zich mee, plus onnodige kosten voor asielopvang. Zou de hond in een drukbereden stedelijk gebied loslopen, gedesoriënteerd of gewond zijn, dan is het inderdaad veiliger om de hond aan te lijnen. Nu vinden hond en baas elkaar wel weer.

Skip en ik komen regelmatig in het wild rondrennende reutjes zonder baas tegen. Dronken van verliefdheid en met de neus op de grond. Gisteren was het een Cocker Spaniël die een geurspoor volgde. Voor hem telde slechts een ding: het teefje vinden dat bij het afrodisiacum hoort. Een andere hondeneigenaar probeerde de hond te vangen om hem bij het politiebureau af te leveren. Omdat de hond onloochenbaar hartstikke smoor was, er geen tekenen van blinde paniek waren, het terrein scheen te kennen, zich bijwijlen naar de parkeerplaats begaf waar de auto van zijn baas moest staan, wist ik bijna zeker dat de baas nog ergens in het bos moest rondlopen. Wij zouden de hond wel in de gaten houden.

Nadat Skip en ik ons rondje erop hadden zitten, hoorden we een indringende fluittoon. De hond die de hele reutemeteut van snuffelen, inspecteren en vlaggetje planten had doorlopen, was ineens met zijn gedachten weer op aarde beland. Hij snelde blij naar zijn baas die hem met een bak water trouw bij de auto opwachtte. Klaar om te luisteren naar amoureuze verhalen.

uit de bundel: Kluifjes door Cela den Biesen (2012)

woensdag 23 februari 2022

HYPERHOND

 windhond

Augustus. Elke zomer trap ik weer in dezelfde valkuil van twijfel. Met argusogen volg ik de verrichtingen van Skip, mijn van oorsprong Scandinavische hond, die in een wel heel trage versnelling gaat. Ik ben bezorgd dat hij iets onder de leden heeft; ondanks preventiemaatregelen was hij tenslotte toch herhaaldelijk gebeten door verwante teken. Ik verkeer in dubio: is een doktersbezoek gewenst of zie ik spoken? Er zijn altijd wel tegenargumenten te bedenken: de zomerse waarden, de hoge luchtvochtigheid en de afmattende zwemslagen die hij elke warme dag pleegde te maken. Zelf hield ik tijd over omdat de luierende hond meer rustmomenten in de tuin doorbracht, dan dat hij zich samen met mij inspande.

Oktober. Het nazomert in het najaar. Het magistrale strijklicht van de opkomende zon accentueert de overblijfselen van wat een eeuwenoude waterput moet zijn geweest. Het kale geraamte van de reuzenberenklauw prijkt er manmoedig naast. De dikke sigaren van de lisdodde hangen in de beek, geknakt door de straffe noordoostenwind. Het begin van deze dag is adembenemend en kil tegelijkertijd.

Net als andere hondeneigenaren merk ik tot mijn opluchting dat mijn slomo weer springlevend is. Hij solt met de gure wind en achtervolgt met hervonden pit de lawaaierige kraaien. Skip barst bijna uit zijn voegen van energie. De royale wandeling duurt veel te kort naar zijn zin.

Thuis komt hij om de vijf minuten met een speeltje aanzetten. Ik laat me verleiden door zijn monsterende blik - van werken komt zo toch weinig. In een impuls is hij al weer verdwenen. Hij vermaakt zich kort met een hazelmuisje dat tijdens de winterperiode achter een plint in onze keuken had willen onderduiken. Daarna ben ik weer het ‘slachtoffer’. Hyperhond wil eruit. Voordat ik goed en wel de tuinpoort geopend heb, wurmt hij zich ertussen en sprint de wijde wereld in. De tijd die hij van de zomer heeft verbruid, wordt moeiteloos gecompenseerd.

uit de bundel: Kluifjes door Cela den Biesen (2012)

dinsdag 22 februari 2022

LEXICON

 paardenbloem

Buiten is het aangenamer dan binnen waar het nog klammer is. De helderwitte wolken spelen verstoppertje met de zon die telkens verdwijnt. Uitstekend wandelweer. Skip soest onder een struik in de tuin. Ik wil eropuit, maar hij heeft niet veel zin. Ik pak de riem die over de radiator hangt. Het luide gerinkel van de penning tegen het ijzer blijkt zoals altijd onweerstaanbaar. Hij staat traag op en rekt zich overdreven uit.

Ik besluit de natuurgids mee te nemen, zodat we onderweg op ons gemak de flora en fauna kunnen bestuderen. Dat zie je tegenwoordig meer. Veelal zijn het stadsmensen die met de natuur willen kennismaken. Ik herken de wilde bloemen voor beginners: de klaproos, de uitgebloeide paardenbloem, wilde kamille en de margriet. Ik spot een grasklokje. Of is het een pinksterbloem? Dat zoeken we op! Toch wel verdraaid handig zo’n lexicon. Skip helpt ijverig mee. Hij determineert ter plekke minutieus elk blaadje en steeltje van de blauwbloemige. Hem interesseren de achtergebleven geurspettertjes meer dan de plantensoort, maar een kniesoor die daar oplet.

Ik posteer me in de nabijheid van een voor de massa onontdekt strandje. Je komt er via een stoffig zandpad waar kolossale tractorbanden diepe sporen hebben achtergelaten. Skip geniet van de extra tijd die hem wordt gegund nu ik met mijn neus in het boekje zit. Hij scharrelt wat rond en heeft zichtbaar plezier om een douche van ontelbare pluisjes uit de lucht te vangen. In de plassen weerkaatsen de cumulus- of stapelwolken. Na raadpleging van het gidsje kom ik tot de conclusie dat de terminologie van beide woorden hetzelfde betekent. Skip ziet zichzelf weerspiegelt in het water. Geestig om te zien hoe hij reageert op de wederkerige glimlach. Herkent hij zichzelf?

We zijn langer dan gewoonlijk buiten gebleven en ik voel me een tikje schuldig omdat er dringendere zaken op me wachten. Onzin, we hebben de middag niet verkwanseld maar het nuttige met het aangename verenigd. Wel blijven de rondzwevende pluisjes vooralsnog een raadsel. Zijn ze afkomstig van berk of wilg of zijn het de parachutisten van de paardenblom die hun nazaten droppen? Het pocketgidsje biedt geen soelaas.

pluisjes van de paardenbloem

uit de bundel: Kluifjes door Cela den Biesen (2012)

IN DE WAR

Egyptische duisternis

Het is broeierig en klam. Skip slaapt vredig op zijn rug op de koele stenen in de wintertuin. Niets verraadt dat er noodweer in aantocht is. Plots wordt het donker. Windvlagen zwiepen de metershoge bamboe plat tegen de grond. Een harde korte knal, gevolgd door een bombardement van hagelstenen.

Op de radio rept de weerman over Egyptische duisternis. Gestaag stroomt de regen loodrecht naar beneden zoals dat alleen in de zomer gebeurt. De hond wordt wakker van het oorverdovende gekletter. Hij is in verwarring: had hij zolang geslapen dat het al avond is? Hij had allang in bed moeten liggen. Slaapdronken stommelt hij in het aardedonker de trap op naar boven. Als vanzelfsprekend nestelt hij zich in zijn mand voor de nacht. Eén diepe zucht en de hond is alweer diep in dromenland verzonken.

Na een half uurtje zijn de zwarte wolken verdwenen en neemt het daglicht weer de overhand. Skip stapt uit zijn mand en rekt zich uit. Hé, er ligt niemand onder de lakens. Merkwaardig. Op de overloop tuurt hij door de spijlen omlaag. Hij raakt er helemaal confuus van dat ik al op ben. Had hij zo vast geslapen? Het leek ook al zo’n kort nachtje. Beneden in de hal pakt hij automatisch de riem in zijn bek, loopt ermee naar me toe en gaat zitten. Tijd voor de ochtendwandeling.

uit de bundel: Kluifjes door Cela den Biesen (2012)

TURELUURS

 rennende hond, racevrienden

Elk seizoen hetzelfde liedje. Het kan een weekje of wat verschillen, maar net als vorige zomer wippen kwetterende putters met het puntje van hun snavel zaden uit uitgebloeide distels. De begeleidende aromatische geur komt van het flankerende boerenwormkruid. Er tekent zich een patroon af. Ik realiseer het me pas sinds ik zulks noteer: omgevingsfactoren en de voorspelbaarheid van menselijk en honds gedrag blijken veelal bepaald.

Zoals gewoonlijk wacht ik buiten in het veld gewillig op Skip. Hij is een meester in de ontsnappingskunst. Met tussenpozen zoekt hij oogcontact. De wandeling is zijn playtime die hij redelijkerwijs naar eigen believen mag invullen. Een ander zou er tureluurs van worden, ik niet - het geeft je mooi de tijd om alles wat er rondom je heen gebeurt in je op te nemen.

In de verte slaat de torenklok negen keer. Stipt verschijnt Andy (een alias voor zijn echte naam) die uit voorzorg geketend en gemuilkorfd is omdat hij met elke soortgenoot in de clinch ligt. Even later volgt een koppel boxers. We noemen hun zwaarlijvige bazin de ‘gevallen vrouw’ omdat ze regelmatig gevloerd wordt door de trekkracht van het duo. Haar slanke echtgenoot kent dat euvel niet; bij hem lopen de honden probleemloos los. Om half tien verschijnen de uitslapers: bejaarde heren met dito honden. We maken een beknopt praatje. De seniorenclub moet door anders krijgen ze rammelende pootjes. Onderhand heeft Bullie, bijgenaamd ‘de bulldozer’, zijn graafwerkzaamheden hervat; zijn empathische baas gunt hem zijn dagelijks (grond)verzetje.

Een combinatie van Animal planet en National Geographic, en dat live voor je snufferd: zonde om te missen, toch? De hinderlijke vliegen die ik steeds van me af moet slaan worden wel behoorlijk irritant. Genoeg bespied voor vandaag. Ik sein Skip die nog steeds in de bosjes rondscharrelt door driemaal te fluiten. Met jongensachtige branie daagt hij me uit. Hij blijkt nog niet klaar met wat hij zo nodig moet doen. Als geroepen komt zijn racevriend aangescheurd. Als de hazewinden spurten ze de goede kant uit. We zijn weer on the move!

uit de bundel: Kluifjes door Cela den Biesen (2012)

maandag 21 februari 2022

WANDELBUDDY

hondenuitlaatservice, hond uitlaten voor nop, 

Op een spontaan ontstaan strandje langs de rivier zit een echtpaar van middelbare leeftijd al de hele middag te pimpelen. Langs de meegebrachte ligstoelen staat aan weerszijden een parasol. Onder een ervan ligt een gestroomlijnd bastaard Boxertje dat binnensmonds een moeilijk serieus te nemen blaf laat horen. Hij is drijfnat en uitgeput van het zwemmen en neemt geeneens de moeite om onze hond van dichtbij te inspecteren. De Labrador die wat verveeld rondbanjert op het zand, wel. Hij springt uitbundig boven op Skip die terstond het water in duikt. Tot onze verbazing duikt de Labrador hem niet na. Hun Buddy is waarschijnlijk de enige Labrador ter wereld die met watervrees behept is, spot zijn baas. Zelfs de zwemvliezen tussen zijn tenen mogen niet nat worden, schmiert de lichtelijk aangeschoten man.

Na het bad, schudt Skip zich uit op het zand. Buddy deinst grappig achteruit om de druppels te ontwijken. Vervolgens daagt hij Skip weer uit. Die heeft, nu hij is afgekoeld, wel zin om te wildebrassen. Samen rennen ze het weiland in. Wij zeggen gedag en lopen richting het zandpad. De honden lopen nu gebroederlijk schouder aan schouder. Het lijkt wel of Skip hem op sightseeing tour neemt, hij toont hem al zijn favoriete plekjes. 

We zijn al op ruime afstand van het stel en de hond loopt nog steeds zonder omkijken met ons mee. Ik roep terwijl ik de handen als een toeter om mijn mond vouw: ‘Uitlaten kost een tientje!’. ‘Tien euro? Daar mag je hem voor kopen. Neem hem maar mee’, luidt het lollige antwoord van ginder. Nogal een laconieke reactie. Hebben we zulke betrouwbare gezichten dat onbekende mensen hun hond aan ons toevertrouwen?

Halverwege de glooiende heuvel kijk ik schuin achterom. De mensen op het strand zijn stipjes geworden. Stipjes die hun boeltje bij elkaar pakken en aanstalten maken om te vertrekken. Het zal toch niet zo zijn dat we inderdaad deze lieve, weliswaar ontrouwe Labrador cadeau hebben gekregen?

Ik krijg haast. Maar de hijgende honden gaan te langzaam. Ik zet het alleen op een drafje. ‘Hé, hallo, jullie vergeten wat’, roep ik benauwd. ‘Buddy vindt schijnbaar iedereen aardiger dan ons. Als hij denkt dat hij het ergens beter kan krijgen, moet hij dat vooral doen’, blaat de man. Hij meent het gelukkig niet en blijft wachten.

De honden hebben ons inmiddels ingehaald. Buddy leunt aanhankelijk tegen mijn been en maakt nog steeds geen aanstalten om naar zijn baasjes terug te keren. ‘Allez’, spoor ik hem aan. De Boxer bekijkt het allemaal van een afstandje. Ik lijn Buddy aan en lever hem, quasi tegenstribbelend, af bij zijn breed grijnzende baas. ‘We hebben het weer voor elkaar gekregen, jongen.’ Terwijl hij zich duidelijk verkneukelt, krauwt hij Buddy op zijn kop. Dan begrijp ik pas dat zij een loopje met óns hebben genomen. Buddy heeft namelijk nooit een saaie middag. Terwijl zijn baas heerlijk lui in de zon ligt te bakken is er altijd wel een onnozele wandelbuddy die hem uitlaat … voor nop.

uit de bundel: Kluifjes door Cela den Biesen (2012)

KATTENKWAAD

als hond en kat

Bij het openen van de voordeur schiet een ons onbekende lapjeskat geschrokken uit het portiek weg. Geheid had ze gelukzalig in het zonnetje zitten soezen. Skip wil er achteraan, maar wordt belemmerd door de lijn - mijn rechterarm is subiet langer dan de linker. Ik ben opgelucht dat hij vast zit. Er is weinig enerverender dan een nietsvermoedende kat de stuipen op het lijf te jagen.

De kat verstopt zich onder het chassis van de dichtstbijzijnde auto. Ze kijkt schichtig. Nu ze stilzit, draait Skip als een blad aan de boom om. Hij kwispelt uitnodigend en wil met haar kennismaken. Als we dichterbij komen blaast ze. Ze heeft geen vertrouwen in een goede afloop bij een ontmoeting. De miscommunicatie tussen honden en katten is vooral gestoeld op de afwijkende lichaamstaal die leidt tot onbegrip. Ik vraag Skip haar te negeren en samen lopen we verder. Zodra we iets verderop zijn installeert de kat zich weer op de gloeiend hete tree van de opgang naar ons huis. Skip kijkt op hetzelfde moment om en blaft gefrustreerd. Ik prent mezelf in om strakjes alert te zijn op haar eventuele aanwezigheid.

Skip vindt bewegende katten meeslepend spannend omdat ze zijn jachtinstinct aanwakkeren. Katten die ongeoorloofd onze tuin binnendringen worden behandeld als ongewenste vreemdelingen. Hij jaagt ze de oude kastanje in en blijft dan aanhoudend blaffen; net alsof dat helpt. Katten in rusttoestand zijn volledig oninteressant omdat er geen (re)actie op hoeft te volgen. Daarnaast denk ik dat honden katten geheel misplaatste ijdelheid en arrogantie toedichten.

De meest opzienbarende transformatie ondergaat Skip bij onze vrienden: eigenaars van meerdere fluwelen huistijgers. Bij hen gedraagt hij zich als een welgemanierde gast die zich welgevallig door de aanwezige poezenbeesten laat besnuffelen, met hen neust en zelfs toelaat dat een kat zich tegen hem aanvlijt en zich tussen zijn poten oprolt.

De wandeling zit erop. Op een steenworp afstand van ons huis zien we dat de lapjeskat gezelschap heeft gekregen van een kolossale oranje kater met een indrukwekkende hangbuik. Zou ze bijstand hebben gevraagd aan een gabber om samen een front te vormen om ons de toegang te weigeren? Ondanks dat zijn spitse hondenoren alert naar voren zijn gericht, gedraagt Skip zich opmerkelijk verstandig en kiest voor de zijingang. Volgens hem staat er iets moois te gebeuren tussen die twee op onze stoep. Wie valt er niet voor een lenteliefde! 

uit de bundel: Kluifjes door Cela den Biesen (2012)

zondag 20 februari 2022

STOFBAD

 hond graaft in konijnenburcht

De uitbundigheid van de zomerbloei is in volle gang. Het ranke fluitenkruid en de boterbloemen op hun hoge dunne stelten wiegen met de schrale wind mee. Immens witte wolken benadrukken de warmte van de dag. Skip sjokt in het bos plichtmatig achter me aan, voor een flink wandeltempo is het gewoonweg te heet. Om zijn energie kwijt te raken, heeft hij de laatste dagen bedacht, is graven een uitputtend alternatief. Hij zoekt een konijnenburcht die in de schaduw ligt. Door de aanhoudende droogte is het mulle zand eenvoudig te verplaatsen. De dorre bladen voor de ingangen verraden dat de holen onbewoond zijn. Skip is er rotsvast van overtuigd dat er wel iemand thuis is en gaat verwoed aan de slag.

Ik plant me op een omgevallen berkenstam en klok de tijd: 9.14 uur. Een feminiene fazant die onopgemerkt wil blijven is mijn stille getuige. Soms komt Skip uit een vers gedolven opening naar boven om meteen in de aanpalende gang te verdwijnen, althans bijna. Slechts zijn witte pluimstaart torent boven het maaiveld uit. De rest van zijn witte pracht is zodanig van kleur veranderd dat ik hem nauwelijks herken. Hij raakt vermoeid. Af en toe last hij een pauze in door te gaan liggen en wezenloos voor zich uit te staren.
 
Het is 10.40 uur. Skip schudt zijn vacht uit, de aarde vliegt als poederdeeltjes in het rond. Ik moet ervan hoesten. Hij spoelt met het aangeboden water het zand tussen zijn tanden weg. Ik denk dat zijn graafwerk erop zit. Ietwat tegenstribbelend besluit hij mee verder te gaan. De konijnen zijn vast op vakantie, opper ik. Ongelovig kijkt hij me aan.
 
Op de terugweg zie ik hem listig een zijpaadje inschieten. Ik moet erom lachen als ik hem weer bij de konijnenburcht spot waar op dat moment een konijntje het bos in hipt. Er volgt geen sprint, Skip is bekaf. Wel krijg ik een veelzeggende blik toegeworpen: zie je wel, dat ik het bij het rechte eind had! Klopt, je hebt gelijk schat, maar we gaan nu toch echt naar huis. De geduldige fazant in camouflage bruin die zo manhaftig in onze nabijheid verstopt zat, profiteert uiteindelijk van het lange wachten. Hij neemt een stofbad in het losse zand dat Skip zo enthousiast tussen zijn achterpoten de lucht in heeft gezwierd.

vocabulaire, fazant
Skip bezat een enorme woordenschat. Thuis kon hij na met mandenvol pluche
dieren en voorwerpen aangeven dat hij de betekenis van mijn woorden wist.

uit de bundel: Kluifjes door Cela den Biesen (2012)

ONDER MOEDERS PARAPLU

 hondenkunstjes met paraplu

Juni. Binnen snort gezellig het elektrisch haardje. Een pan erwtensoep pruttelt op het fornuis, waarom niet? Regendruppels kletteren tegen het vensterglas. Ze melden dat het wandeltijd is. Het heeft geen zin om te wachten tot de buien voorbij zijn. Het KNMI zegt het niet met zoveel woorden, maar ik weet zeker dat ze op een moesson doelt: de regen wast de straten immers al dagen aan een stuk schoon.

Buiten is de gevoelstemperatuur beneden de normale waarden geklommen. Het gestaag omlaag stromende hemelwater deert Skip niet, hij is allang blij dat het fris is. Ik zet mijn regenhoedje op. De paraplu houd ik in de aanslag, mocht het gaan gieten. Skip mag over akkers rennen waar mest is uitgereden. Straks spoelt hij zijn poten en buik wel in een verse regenpoel af.

Een doorweekte aalscholver slaat zijn vleugels uit. Alsof hij ze aan de waslijn te drogen heeft gehangen. Eenzame ooien op een kluitje verdringen zich onder die ene verwilderde appelboom. Hun geschoren, koude vel is kletsnat en schuilen is het enige alternatief. Skip en ik maken er een vrolijke regenwandeling van.

Ik hanteer de paraplu als horizontale horde. Leg ik de lat hoger dan kan Skip de limbo dansen. Dat doe ik nu niet vanwege de natte ondergrond. Rechtop en dichtgevouwen, is het een paaltje waar hij omheen kan cirkelen. Het gaat zo hard plenzen dat ik de paraplu weer wil gebruiken waar hij feitelijk voor bedoeld is. Een windvlaag bolt het scherm bij het opsteken binnenstebuiten. Ik leg de plu op de grond neer. Skip deukt ‘m met zijn poten rap in model. Puur eigenbelang. De gutsende hoosbui wordt zelfs hem te gortig. Samen onder moeders paraplu, kiezen we de kortste weg naar huis.

limbodansen voor honden

uit de bundel: Kluifjes door Cela den Biesen (2012)

ANDERE KOEK

 schapenstront


Op de foto geven lammetjes in een wei vol zonaanbiddende paardenbloemen een idyllische aanblik. De werkelijkheid blijkt minder geslaagd: een gigantische kudde grazende dekbedden wordt op de enige uitrenplek voor honden gehoed. Hier geen uitbundig geel kleed dat het malse gras verdringt, maar dappere dichtgevouwen parapluutjes die hunkerend naar de ochtendhemel reiken. Voordat ze hun lintvormige blaadjes kunnen ontvouwen worden ze verslonden. Ons rest straks een sombere aanblik: een kaalgevreten mijnenveld vol schapenkeutels die je onmogelijk kunt omzeilen.

De stank is voor de menselijke neus moeilijk te harden. Ik probeer te zigzaggen, maar het blijkt onbegonnen werk. Het vervelende is dat Skip dol is op appetijtelijke hopen van paard, koe of schaap. Het blijkt een lastig karwei om te voorkomen dat hij de verse stront eet, ondanks dat ik hem bijna meesleur. Een volwassen hond die al jarenlang succesvol de straten afschuimt, beletten om zich te goed te doen aan uitwerpselen van landbouwdieren, is heel andere koek.

Skip kauwt traag en met een provocerende blik. Lekker vindt hij het beslist niet. Volgens de meest geraadpleegde hondenpsycholoog ziet Skip het als een manier om ons uit te dagen. Hoe meer aandacht ik besteed aan het afleren, des te aantrekkelijker zou hij het gaan vinden. ‘Plus, je wint nooit’, zei Martin (Gaus), ‘want de bek van de hond is dichter bij de grond. Hij is dus sneller dan jouw woorden of acties effect kunnen hebben.’ Volgens hem moet ik het ongewenste gedrag volledig negeren. 

Warempel, het werkt. Komt het door mijn vastberadenheid, mijn schijntolerantie of door het voorstel dat ik aan Skip heb gedaan: hij beperkt zich uitsluitend tot konijnenkeutels die ik dan als enige wel zal gedogen. Die petieterige ronde kogeltjes hebben tenminste geen ongewenste neveneffecten zoals: een onwelriekende geur uit de hondenbek, veelvuldig ongegeneerd winden, groenige stinkzolen die  afgeven op zijn dekentje, een wormenbesmetting en een volumineuze vijg the day after.

uit de bundel: Kluifjes door Cela den Biesen (2012)

vrijdag 18 februari 2022

TEEK FIVE

 vijf minuten nakijken op verstekelingen

Ik geef het ruiterlijk toe: het is zalig om mijn vingers door de extreem dichte, zachte vacht van Skip te laten glijden. En hij geniet zichtbaar van die strijkbeurten. Een gedeelte van het jaar werd het tonen van onze wederzijdse affectie echter belemmerd door pesticide. Daarom draagt Skip dit seizoen geen vlooien- en tekenband. Druppels of pipetjes heb ik evenmin gekocht. Zijn vacht werd er op de besprenkelde plekken afzichtelijk vet van. Verder zwemt Skip elke dag met als gevolg dat de werkzame stoffen alles behalve optimaal hun werk kunnen doen. Daarbij meende ik een bepaalde mate van resistentie te constateren. Resultaat: incidenteel een teek.

Is het onverstandig en eigenwijs van me om Skip onbeschermd te laten rondlopen? De poolvacht is door zijn dichte beharing bijna ondoordringbaar voor enge beestjes. De enige plekken waar teken nog wel eens door willen dringen zijn bij de aanzet van zijn snorharen en voelsprieten, of de oren. De remedie die ik gevonden heb blijkt net zo effectief als dure giftige middeltjes. Ik mijd vochtige gebieden met verraderlijk struikgewas waar die bloeddorstige krengen ons met tientallen tegelijk bespringen en terreinen waar schapen (de verspreiders van teken) lopen. Natuur waar we veilig kunnen wandelen, breng ik in kaart.

De sporadische teek die het op Skip heeft gemunt, spoor ik direct op na de wandeling. Voordat ik in de auto stap spendeer ik vijf minuten aan een zoektocht naar de bloedzuigers die dan nog frank en vrij tussen zijn asblonde haren krioelen, op zoek naar een geschikte plaats om zich vast te haken. De gevonden teek wordt met sadistisch genoegen door mij geplet. 

‘s Avonds neem ik nogmaals vijf minuutjes Skip onder handen voor een verkapte knuffel. Mocht ik eerder die dag zo’n luis in de pels gemist hebben, dan ontkomt hij me een tweede keer zeker niet meer. Ons motto: teek care, teek five!

NB Bovenstaand is allerminst een pleidooi om teken- en vlooienpreventie achterwege te laten!

uit de bundel: Kluifjes door Cela den Biesen (2012)

POOTJEBADEN

hondenpret in het water

En dan is het zomaar ijsjesweer. Skip die de hele winter geen poot in het water heeft gezet springt, volledig overtuigd van de aangepaste warmtegraad, in de grote plas die wij zee noemen. Waterpret, het kan weer. Nu hieronder de keuze maken in welke categorie hij dit seizoen thuishoort.

De waterrat: is helemaal crazy van water. Zomer of winter, hij laat geen gelegenheid voorbij gaan om ‘een nat pak te halen’.

De surfer: een hippe hond en watersporter bij uitstek, die altijd op zoek is naar de hoogste golf.

De pootjebader: is een voorzichtig type, dat graag vaste grond onder de voeten heeft. Hij verblijft zodoende in ondiep water en moet altijd minstens met een pootje de bodem voelen; zijn buik wordt zelden of nooit nat. Blaft graag tegen onstuimige golven.

De strandwacht: vind je bij voorkeur op het droge. Is oplettend en alert, en gaat alleen het water is als het echt nodig is; bijvoorbeeld bij heet weer, om af te koelen.

Het waterwatje: heeft absoluut koudwatervrees en bekijkt water, het liefst, zoveel mogelijk van een afstand. Deze hond gaat bij regen absoluut niet naar buiten en mijdt zorgvuldig elk poeltje. Kort gezegd: hij blijft altijd op het droge. Bij het woord ‘bad’ gaan meteen alle alarmbellen rinkelen en is hij in geen velden of wegen meer te bekennen.

De badmeester of waterjuffer: deze instructeur m/v is een geoefend zwemmer die het goede voorbeeld geeft en zo andere honden de fijne kneepjes van het zwemmen leert.

De schoonspringer: is een ware performer. Hij watertrappelt, vlindert en draait de mooiste pirouettes tijdens het waterballet. Deze uitblinker wordt graag bewonderd.

De snorkelaar: is vaak een Labrador die graag duikt en daarom, met kop en al, onder water verdwijnt. Zelf ziet hij dit gedrag als aangeboren talent.

De zeehond: is een echte mazzelaar. Hij woont vlakbij het strand en geniet daardoor elke dag van zon, zee en zand.

uit de bundel: Kluifjes door Cela den Biesen (2012)

donderdag 17 februari 2022

WENNEN

 voorjaarsdrukte

Het gras kleumt nog lichtjes bij het krieken van de dag. Skip wil naar buiten. ’s Winters als het is guur ligt hij dikwijls op zijn favoriete heuveltje uit te waaien. Er valt weinig te beleven. Uren kan hij zwijgend genieten van het silentium: geen rondstruinende katten (die liggen lekker lui opgerold op de warme radiator), geen overvliegende of kwetterende vogels (de meesten zijn naar het zuiden vertrokken) en vooral geen krijsende kinderen na schooltijd (het is al vroeg donker).

Pril voorjaar. Iedereen wordt door de zon naar buiten gelokt. Krolse poezen houden ons al weken uit de slaap, een zwerm mussen bevolkt onder onophoudelijk gekwetter de torenhoge bamboe in onze tuin, en voortdurend horen we gekrijs van kibbelende buurtkinderen die een wedstrijdje fietsbel rinkelen houden.

Skip komt telkens naar me toe om te vragen of ik naar buiten kom. Er valt zoveel te beleven. Druk pendelt hij de trapjes op en af om te waarschuwen dat er buiten iets aan de hand is. Ja, ik weet dat de buurkat op jonge merels loert, en ook dat die kinderen veel te hard gillen, maar dat doen kinderen nu eenmaal. We wennen vanzelf weer aan het lawaai.

Al dat op en neer geren en de geboden waakzaamheid hebben Skip oververhit. Hij graaft een ondiepe kuil pal onder de bamboe. Zijn incasseringsvermogen is genoeg getergd. Hij is moe en ik besluit om kort op een beschut plekje van het zonnetje te genieten totdat hij in slaap valt. Ik dommel ook in. Na een ongestoorde siësta zien we er beiden potsierlijk uit: ik heb een iets te rood bolletje gekregen en Skip ligt bedolven onder de mussenpoepjes die eruit zien als witte chocolade hagelslag.

uit de bundel: Kluifjes door Cela den Biesen (2012)

LIJDEND VOORWERP

 baden in de maas

Half april. Het wil maar niet zomeren. De frisse, felgroene ritselende populierenblaadjes, waar de gure wind onophoudelijk omheen blaast, lijken wel van zilver in de zon. Door de heftige regenvlagen hebben de kleverige vruchtdoosvliesjes en masse losgelaten en zijn op de grond beland. Samen met de gelige velletjes van de roze kastanje die straks met een bedwelmende zoete geur in bloei zal staan, blijven ze onder mijn schoenzolen plakken.

Skip is een heel eind achter gebleven. Ik zie hem verwoed proberen om die vervelende plakdingen tussen zijn voetkussentjes vandaan te halen. Ik loop zijn richting uit. Op de gehoorzaamheidscursus heb je immers geleerd dat je de hond nooit voorop moest laten lopen maar altijd achter je, omdat jij de leider bent. Ik vond en vind het maar lastig. Ik heb liever dat Skip voor me loopt, zodat ik kan zien wat hij allemaal uitspookt. Of net als nu, dat ik tijdig het lijdend voorwerp had kunnen verlossen, voordat hij zijn hele vacht onder smeert.

hars in de hondenvacht

Naarstig tussen zijn tenen bijtend blijven enkele plakkertjes nu hardnekkig op zijn snuit kleven. Tevergeefs probeert hij ze met zijn voorpoten weg te vegen, waardoor een gedeelte nu weer op zijn voeten zit. Ik pluk er voorzichtig een paar af en neem desondanks toch wat haren mee. Au! Hij loopt weg en wrijft zijn snuit en schouder over het vochtige gras.

Als ik merk dat het harsachtige spul eenvoudig van een natte vacht afglijdt, wijs ik richting het water. Omdat ik tussen hem en de oever sta, komt hij niet in beweging. Skip meent immers dat hij niet vóór mij mag lopen. Ik gooi een kiezeltje in de richting van het water waar hij achteraan rent, mij voorbij. Op zo’n moment moet ik allerlei slinkse pogingen ondernemen om hem ‘leidend' voorwerp te maken. Hij, op zijn beurt, verzint steeds verschillende manieren om weer hekkensluiter te worden zoals een tijdrovend en diepgaand onderzoek van een graspolletje of heel geïnteresseerd naar een bepaald punt aan de horizon blijven kijken; waar mij niets vreemds aan opvalt.

Het koude water zorgt ervoor dat Skip gerieflijk van het ongewenste spul wordt bevrijd. Ik lijn 'm aan, waardoor hij naast me blijft lopen; dat mag volgens zijn grote hondenhandboek namelijk wel. Zo omzeilen we de bewuste plekken en hoeft hij thuis alleen maar worden afgedroogd.

populieren plakken hars

uit de bundel: Kluifjes door Cela den Biesen (2012)

WORST!

exhibitionist
Bij worst ziet Skip Rodi voor zich
 
Een explosie van geuren en kleuren. De paddentrek is van start gegaan. Gele vlinders fladderen vrijelijk in het veld. Een degelijke man van middelbare leeftijd trapt, vrolijk fluitend, op zijn iets te kleine fiets, het aftandse plastic broodtrommeltje onder de snelbinder. Onbekommerd op weg naar zijn werk, zou je denken. 

De (honden)wandelaars in ons dorp zijn op hun hoede. Elk jaar is hier niet de officiële meteorologische datum de voorbode van de lente, maar wordt deze aangekondigd door de plaatselijke exhibitionist. Bij de eerste tekenen van een ontluikende warme dag, duikt hij uit het niets op.

Vanwege hun eigen gemoedsrust formeren verschillende vrouwelijke buurtgenoten in die periode wandelgroepjes en laten ze gezamenlijk hun honden uit. Het gedrag van zo iemand schijnt ongevaarlijk te wezen – honden negeren hem volledig. Toch schrik je er elke keer weer van. Het is gewoon onprettig om onverwacht geconfronteerd te worden met iemands curieuze liefhebberij, zeker als je daar niet van gediend bent.

Vandaag is de man vroeg, argwanend vroeg. De eerste onvrijwillige toeschouwer is een kordate hondenkennis.  Argeloos wandelt ze met haar twee potige reuen. Plotseling, vanachter een struik, springt de potloodventer voor haar. Feitelijk zou je geen aandacht moeten schenken aan zo iemand, want dat is nou juist zijn bedoeling: hij doet het voor de kick.

Maar deze vrouw heeft afgerichte honden en weet er wel raad mee. Ze roept tegen haar vierbenige bewakers: ‘Kijk, jongens, worst!’ Ze corrigeert zichzelf onmiddellijk na de vorsende aanblik: ‘Zoek het worstje!’ Daar heeft de man-met-de-vlinders-in-zijn-buik niet van terug.  Haastig pakt hij zijn hele handel in, en verdwijnt net zo snel als hij te voorschijn is gekomen.

Na het debacle van het gekrompen libido is het onzeker of we deze persoon volgend jaar nog zullen terugzien. Het zou best eens kunnen zijn dat vooral de denigrerende term ‘worstje’ een midlifecrisis heeft veroorzaakt.

uit de bundel: Kluifjes door Cela den Biesen (2012)

woensdag 16 februari 2022

EEN PERFECTE DAG

 Met Skip langs de Maas, Bill Withers,

Bill Withers zong het op de radio: It’s gonna be a lovely dag. Buiten oogt het lenteachtig zoals je je het voorjaar voorstelt. Een mild zuidelijk briesje jaagt de bloesem uit de Japanse kers. Op de achtergrond tingelt het carillon in de kerktoren. In de uiterwaarden meldt een schuwe koekoek dat hij terug is van weggeweest. Aan de overkant van de rivier rusten runderen onder de schaduw van een oude appelboom. Kauwen pikken gebroederlijk in de vacht van een specifiek rund. Bedaard laat ze de ongenode gasten op haar rug hun gang gaan. Twee kalfjes scheiden zich van de groep af en hobbelen over de grove keien langs het water. Skip, zittend op zijn achterste, volgt hen gebiologeerd.

Een vrachtschip passeert. Het hondenlijf buigt in het voorbijgaan mee zodat hij de kleine zwarte koetjes, van wie hij stellig beweert dat het bouviers zijn, zo min mogelijk uit het oog verliest. Tevergeefs probeer ik Skip ervan te overtuigen dat het toch echt pasgeboren koeien zijn. Aan boord van het schip staan twee grote waakhonden op de boeg. Ze verbreken de stilte met hun diep geblaf. Skip merkt hen niet op. Het blaffen linkt hij onmiddellijk aan de twee kalfjes. Zie je nou wel, zegt zijn aan mij gerichte verwijtende blik. Skip loopt het water in. Is hij van plan naar de overkant te zwemmen om het zogenaamde bewijsmateriaal op te halen? Het moet niet gekker worden.

geboorte van galloways

uit de bundel: Kluifjes door Cela den Biesen (2012)

DE OVERGANG

 het eerste groen in het voorjaar

Een zweem groen, opkomende sneeuwklokjes en een krachtig bleek zonnetje dat de temperatuur deed stijgen naar 17 graden. Op een beschut plekje weliswaar, maar toch. In Limburg konden we de afgelopen week al flirten met het voorjaar.

Telkens heb ik moeite met de overgang van de seizoenen. Van lange zomerse avondwandelingen naar vroeg-in-de-middag-uitstapjes in de herfst tot een ommetje in de koude winter vanwege het vroege donker. Skip en ik waren onderhand gewend aan het kale bos en die ene sporadische wandelaar met hond: we hadden het gevoel dat de omgeving een beetje van ons alleen was. De schaarste van de winter gaat zo dadelijk weer plaatsmaken voor een getint bouquet. De stilte verandert in lawaai. Op de anders zo rustige parkeerplaats bij het hondenbos is het een drukte van jewelste. De grote afwezigen tijdens de koude, lijken allemaal tegelijk uit alle hoeken en gaten te kruipen. Waar waren ze al die tijd?

Twee jonge amstaffs in kartuizer grijs gedragen zich aanstekelijk ondeugend. Skip ontmoet een oude bekende. Ze hebben elkaar heel wat te vertellen, zo blijkt uit hun lichaamstaal: beiden besnuffelen aandachtig het achterwerk van hun vergeten kameraad. De nieuwkomer, een onhandige cane corso die worstelt met nog slungelachtige poten wordt door een bejaarde bouvier, die zich als bereidwillige gids opwerpt, meegetroond naar zijn meest favoriete stukje bos. Een tollertje proeft voorzichtig van de petieterige groene sprietjes die net boven de grond uit komen, terwijl zijn broertje verrotte stukjes hout versnippert. Een herdershondpup vindt een verkleurde lekke bal, die waarschijnlijk in de winterse sneeuw verloren is gegaan. Hondeneigenaren koesteren zich in de warmte en hebben tijd genoeg om gezellig bij te kletsen. De aftrap naar de lente. Ik weet zeker dat ik er klaar voor ben.

uit de bundel: Kluifjes door Cela den Biesen (2012)

HONDENSPELLETJES

Verslaafd aan Skip? Op My dog Skip does the trick en Kluifje entertrainment vind je 1001 door Skip uitgevoerde hondenspelletjes en -kunstj...