zondag 31 juli 2022

THUISKOMERTJE

 haven

Maandagochtend, de stad ontwaakt geleidelijk. Skip en ik lopen tussen steen richting de haven. De gekozen route is een compromis tussen gras en asfalt. Bij de aanlegplaatsen waar de jeugd samenklont, heeft een veldslag gewoed: een myriade blikjes, waterflesjes, juspakken en wietzakjes. Tegen de steigers drijft een waterige soep. Drie afvalbakken staan er onbenut.

Skip is geen stadse hond. In het centrum loopt hij op brokjes die ik hem geef om vooruit te komen. Net een koppige ezel die een wortel voorgehouden krijgt. We bestuderen etalages en ik causeer kort met kennissen - Skip wordt geknuffeld - en zwaai naar doortrappers die ik ken. Skip houdt zich kranig tot de tweede scooter, die de volle (blaf)laag krijgt. Ik geef Skip gelijk. Brommen over de promenade is verboden.

In een reflex muizenspringt Skip op de grasstrook omhoog. Een konijn rent richting de kade. Ik leid Skip af met een Kaninchen Leckerli, wat werkt. We ontmoeten een hondenvriendin die grif mooi voor me gaat zitten. Ik laat mijn handpalmen zien: ‘Alles op.’ Grif duwt ze haar neus tegen mijn jaszak waar twee reservekoekjes inzitten: liegebeest. Moi: ‘Jou maak ik niks wijs! Maar dat zijn thuiskomertjes. Zonder die twee geraken we nooit bij onze eigen voordeur.’

uit de bundel Bezige Bu (2015)

MAFFIAPRAKTIJKEN

 oor krabben

Diep in het woud waar de vos woont, wordt Skip besprongen door de eerste actieve teek van 2015. Het is potdomme pas 1 februari! De sluipschutter die er overwinterde, zag zijn kans schoon en pakte die. Thuis krabde Skip zich veelbetekenend op de borst. Ajuto! In het schijnsel van de heldere volle maan is er met de teek afgerekend. Er kleeft bloed aan mijn handen als de teek, geplet en verpakt in een vloeitje, terug wordt gebracht naar zijn famiglia. Als waarschuwing dat ieder ander het zal bezuren als-ie het durft te wagen mijn hond te irriteren. Cosa Nostra: wie aan mijn hond komt, komt aan mij. Ik ga ervan uit dat dit onder ons blijft. Want: wie de omerta overtreedt, kan de doodstraf krijgen.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

zaterdag 30 juli 2022

BULLENPEES

 stokbrood,boulangerie,

Ik moet naar de DA. Skip, onze dorpse fiks gaat bij hoge uitzondering mee naar de stad. Om de gang naar de drogist aantrekkelijk te maken, wippen we bij de buren binnen: de dierenspeciaalzaak. Discus heeft heel verleidelijk open dozen met los lekkers op het onderste schap. Dat is aansporen tot proletarisch winkelen. Skip propt drie kauwlapjes in de bek en neemt de tijd om langgerekt voor de kassa te gaan liggen kluiven. Voordat ik voor schut ga, reken ik de door Skip gepikte lapjes plus twee en een bullenpees af.

De lapjes stop ik in de jaszak, de bullenpees draag ik als een vers stokbrood onder de arm. Of ik zo uit een boulangerie kom. Ik loop letterlijk voor lul. Want wat menige hondeneigenaar verdringt, is dat de bij de hond zo favoriete bullenpees feitelijk een gedroogde stierenpiemel is. (Bul duidt op stier en pees op de lang getrokken gedroogde roede.) Na veel gedoe - Skip staat om de paar meter stil om de bedrijvigheid in zich op te nemen - belanden we thuis. In de consternatie ben ik vergeten bij de drogist aan te kloppen. Sta ik effe mooi voor paal.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

KLEINE ZELFSTANDIGE

 molshoop

Een vaporiserende mist. Half vijf in de late middag ziet eruit als zeven uur in de vroege avond. Skip probeert een mol te overreden om bovengronds te komen. De kleine zelfstandige kan er uren zoet mee zijn. ‘We gaan naar huis, Skip.’ Skip reageert niet. Ik verberg me achter kreupelhout en geef geen kik. Skip kijkt op als een joggende vader met coachend zoontje langs rennen. Graaft weer verder. W. start de motor van de auto. Skip kijkt rond. Iedereen is weg. Mm. Twijfel op zijn gezicht als hij weer om zich heen kijkt. Het is wel erg koud en nat, en om in het naderende donker eenzaam buiten te blijven … Skip kiest voor de warmte van ons, van binnen. Hij laat de molshoop voor wat-ie is. Hoogst ongebruikelijk maar de senior komt op een holletje blindelings naar mij toe.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

SNEEUWBALEFFECT

 sneeuwpret

W. gooit sneeuwballen in een wijde cirkel. Non-stop is minder belastend dan het heen en weer krijgen. Na een paar rondjes zoekt Skip de opgeworpen sneeuwbal als ware het een koekje. Best een opgave om hem tussen al dat wit te vinden. Hij neemt er de tijd voor en snuffelt de grond af. Het is dat de sneeuw al ijzig is, want tegen de tijd dat Skip hem zou vinden was de sneeuwbal allang ontdooid. Komisch om Skip al die sneeuw te zien afspeuren naar DE bal. Maar hij lacht het laatst. Snoeverig toont hij een perfect gevormde gladde ronde bol. Het is ‘m inderdaad.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

vrijdag 29 juli 2022

SPIEGELBEELD

 reflectie

Het wintert. Sneeuwvlokjes dwarrelen naar beneden. Skips rug krijgt een wit zadel en zijn neus een wit toefje. We gaan voorbij aan de etalage die anders de braakliggende kavel ertegenover weerkaatst. Skip valt het doorgaans geeneens op. Voor hem lijkt het één onmetelijke doorlopende plak. De straat is wit, net als de plak. Skip verbleekt als pal voor hem een hond op de verlaten weidse witte vlakte opdoemt. Hij kijkt mij aan en staart weer in de ruit. ‘Dat ben jij Skip’, wijs ik. De (nu slechtziende) Skip durft iets dichterbij als ik de virtuele hond zogenaamd aai. Zijn gevoel vertelt hem dat er iets niet klopt. Hij kan het niet plaatsen. Aarzelend gekwispel. Hij wil kennismaken met de hond die er eender uitziet als hij. ‘Toe maar’, geef ik hem een zetje. Sceptisme. Skip beweegt zijn hoofd linksom en rechtsom om zo het bijbehorende geluid te vangen. De andere hond speelt stommetje. Skip duwt zijn neus tegen de neus van zijn dubbelganger. Gemesmeriseerd blikt hij in zijn eigen reflectie. ‘Dat is Skip. Mooi ben je. Hè?’ vraag ik. Skip geeft zijn spiegelbeeld een likje. Een bevestiging.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

WIT VOETJE

 sneeuwvlokjes

Buiten zijn de kleuren (uit)gewist. Ik was de voorspelde sneeuw tijdens de weersvoorspelling gisteravond al beu. Maar als ik dan zie hoe pappa’s en mamma’s vroeg op hun vrije zaterdag zijn opgestaan om in het maagdelijk wit de slee voor hun kroost de dijk op trekken, en zie hoe Skip crazy rondjes scheurt, witte voetjes achterlaat en sneeuwvlokjes uit de lucht vangt, smelt mijn hart. Bovendien ensembleert hij wonderschoon bij het naturelle riet. We maken een fikse winterwandeling. Mocht het onverhoopt, zoals gemeld, gaan ijzelen dan hebben we vast kilometers gemaakt.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

LIKJE

 zwaaistaartje

Boerenland. We soppen door de klei in de wei. Zwaaistaartje wil dezer dagen uitsluitend graven. Ik vind het best, de wandeling is zijn kwalitijd. Erna moeten de modderpoten en aangekoekte klei afgespoeld worden. We gaan richting de rivier die oogt als een gladgestreken hotellaken met langs de naad een nalatige plooi. Vanwege de kou wil ik niet dat Skip water drinkt. ‘Alleen spelen’, moeder ik. Skip kijkt me aan. ‘Vooruit, één likje dan’, geef ik toe. En dat vind ik dan zo leuk dat je hond je begrijpt. Skip ploddert zijn bek en hangt daarna zijn tong in het water.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

donderdag 28 juli 2022

DALTARIEF

 weerkundige winterdag, lauwe herfst

De eerste weerkundige winterdag is een lauwe grauwe herfstdag. We doen een rondje visvijver. We veronderstellen dat Skip ons als een brave hond volgt. Dat is zo totdat we, totaal verrast, Skip doodleuk aan de overkant van de plomp in de afgebladderde hangende tuinen van Babylon zien. Hij moet zich tegen de steile wand schrap zetten. Zich overal aan vastgrijpend stuit de alpinist voorwaarts. Koortsachtig scannen zijn ogen de omgeving af: waar is de geurigheid te vinden? Skip dwaalt te ver af en we sporen hem aan terug te komen. Wij blijven op de vlakte. Spitsvondig van hem. Geen retourtje daltarief voor Skip. In plaats van de moeilijke weg terug zoekt Skip het hogerop. Daar kan hij via de onverharde en beter begaanbare weg eenvoudig naar ons toe. 

uit de bundel Bezige Bu (2015)

MOODER MAAS

mooder maas

Skip en ik slidderen door een mengsel van slib en nattig hooi achtergelaten door het terugvloeien van Mooder Maas, tijdelijk Modder Maas. Iemand heeft compassie gekregen met de door een kortbenig opaatje met typisch Turks gebreide fez met bovenop een clownesk pomponnetje, gedumpte kledinginzamelingzak. De druipnatte plussize dameskleding plus diverse nappa schoudertasjes hangen vrolijk te drogen aan kale takken van een wilg.

De snibbige bichon met de immer vuilwitte bouclé die elke tegemoetkomende hond belaagt in het kader van ‘de aanval is de beste verdediging’, komt eraan. Onze held op sokken maakt nolens volens een wijde boog bij het vooruitzicht van de te verwachten charge.

Wij, eigenaars, wensen elkaar over en weer een goed 2015. Krulletje loopt plompverloren aan ons voorbij. Net als ik grap en grol of ze met Nieuwjaar goede voornemens heeft gemaakt, bedenkt ze zich. Ik was voorbereid. Ik trappelde naar voren, klapte in mijn handen en daagde voor de gein uit: ‘Spatsies? Kom maar op!’ Krulletje vloog als een afschoten vuurpijl. Mijn tegengas: ‘Aanval is de beste verdediging, dat heb ik van jou geleerd.’

uit de bundel Bezige Bu (2015)

VISVOER

 bevroren vijver

Ik stofzuig de restanten van 2014 weg. Skip maakt zich schaars. Voor krachtpatser Tyson, excuseer, Dyson heeft hij ontzag. Hij vindt het lawaai irritant. W. meent dat de reden een aanvaring (statische stroomstoot) met de stofzuiger moet zijn geweest. Al het overige kan Skip niet deren. Ontploffingen, schoten, knallers, pitbulls, voortrazend verkeer en glad ijs zijn niets om je zorgen over te maken.

Op 1 januari maken we in alle vroegte een wandeling in het dal waar we op verscheidene plekken overblijfselen van afgestoken vuurwerk vinden. Arme bosbewoners. Skip pikt meteen een spoor op. Het is vast van de bever die hevig geschrokken door het mitraillerende geknal, in blinde paniek kriskras toevlucht heeft gezocht naar een veilig heenkomen. Skip is zo driftig in de weer dat hij de overgang van witte ondergrond naar de broze ijspiste niet waarneemt - wij waren ervan uitgegaan dat de vijver niet meer bevroren was.

W. skiet op zijn snowboots, onderhand zijn jas uitrekkend, de besneeuwde helling af. Ik gebruik de ijselijke noodgevalgil om Skip aan land te krijgen, terwijl mijn ogen de omgeving aftasten naar bruikbare stammen en takken voor bij een eventuele reddingsoperatie. Een leedvermaak hebbende zwaan peddelt in een smal langgerekt wak. Ik gil nog een keer. Een tel voordat W. een nat pak gaat halen, wordt de nieuwjaarsduik afgelast. Skip zet voet op vaste bodem. Cool, ik kan over water lopen, vertelt zijn opgewonden snoet me. Ik, opgelucht dat we het allemaal na kunnen vertellen: ‘Over water lopen! Jezus jongen, je was vrijwel visvoer.’

beversporen

uit de bundel Bezige Bu (2015)

IJSSNEEUW

 noorderzon

Met pikhouwelen worden autoruiten ijsvrij gebeiteld. Gehobbel over spekgladde klinkers. Het vriest dat het kraakt. Nul graden. Fonkelende ondergrond. IJsblauwe lucht. De zon lacht ons op de open vlakte toe. Zelden hebben we een wandeling moeten afbreken, maar het was geen doen. Elke schrede die we tijdens deze tocht der tochten zetten, sprak andere spieren in ons lichaam aan. Heel vermoeiend voor de kuiten, bovenbenen, heupen en rug. Een Chihuahua in skipak verzette geen stap en werd op de arm genomen. Het lag niet aan de uitrusting, maar aan de bikkelharde onderlaag. Een 10 weken jonge doodlepup weigerde en steigerde. De ijssneeuw brandde bij elk pasje onder zijn zachtroze babyvoetjes. Skips breed gespreide tenen hadden wel grip op de bevroren sneeuwlaag. Hij zakte minder diep weg in de ijssneeuw dan wij. Harde korsten en ribbels maakten het lopen voor hem onaangenaam. Alerte konijnenoren boven een hol. Een slidderende Tibetaanse Mastiff nam poolshoogte. Skip zakte in een krater. Pas toen hij overtuigd was dat de Tibetaan met de noorderzon vertrokken was, stak hij zijn kopje boven de sneeuw uit. Voor vandaag houden we het buiten voor gezien.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

woensdag 27 juli 2022

BEZORGER

pakketbezorger, afleveren bij de buren

Dingdong. Door het canale glas onderscheid ik vaag het silhouet van een persoon met een doos onder zijn arm. Skip die eerder bij de voordeur is dan ik, wurmt zijn kopje bij het openmaken tussen mij en de muur. Zijn poten blijven vóór de drempel steken. De pakketbezorger - gedrongen postuur in opengeritst jack - deinst achteruit. ‘Wow, kan die hond achter slot en grendel, ik ben bang voor honden’, paniekt de pakketbezorger in prima Nederlands met zwaar buitenlands accent. ‘Zolang u niet binnenkomt, én op gepaste afstand van mij blijft, hebt u niets te vrezen’, rechtvaardig ik Skips positie. 

Tegelijkertijd pers ik Skip die razend nieuwsgierig is wat er in de doos zit, de gang in. Ik teken voor ontvangst. ‘Ik heb het een en ander meegemaakt, daarom’, verdedigt de pakketbezorger zich onnodig. Wil hij hiermee aangeven dat ik zou concluderen dat de lichtgetinte bezorger vanwege zijn geloof niet met honden in aanraking mag komen? Ik bedank hem met een glimlach voor de levering. Het pakje is voor de buren. Sneu voor de verwachtingsvolle Skip. Generaliseren: we maken ons er onbewust allemaal weleens schuldig aan.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

dinsdag 26 juli 2022

PERSONEEL

 babydekentje

Het was op een warme oktoberdag met een knijpzonnetje. We zaten met visite buiten. Skip die in de schaduw - waar het voor ons minder aangenaam zou zijn - op een buffelbot kauwde, stond op en liep naar binnen. Vrolijk wapperend troonde hij bij het naar buiten komen zijn babydekentje mee. Of het de gewoonste zaak van de wereld was dat een hond zijn eigen spullen gaat halen in plaats van zijn personeel in te schakelen. Hij schoof er op de plaats van bestemming met zijn poten mee tot het lag hoe het liggen moest. Tevreden plofte hij zich neer. Bij die ene keer is het trouwens niet gebleven. Regelmatig zien we hem met zijn lievelingsdekentje sjouwen om het precies op die plek te deponeren waar hij het nodig vindt. Het personeel (wij) kan vervroegd met pensioen.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

TALUD

 muizensprong

Het talud speelde een hoofdrol. Via het zebrapad, het plantsoen, de singel en het talud, moeten we in de uiterwaarden waar Skip het liefst muist, belanden. Skip moest nodig. Het dilemma: poep ik in het openbaar groen waar het vrouwtje de hoop opruimt, hetgeen een omweg naar de afvalbak betekent, of … houd ik vol en knijp ik af tot ik in het weiland ben afgezakt. Het was geen weloverwogen keuze van Skip om een grote boodschap als  achter te laten op de dijk. Door een muizensprong floepte de keutel er spontaan uit. Skip staarde het omlaag rollende drolletje dat eerder op de plek van bestemming was dan hij, wezenloos na. Skip werd afgeleid door geritsel in het knisterende berijpte gras. Oponthoud tegen de met muizengaatjes geperforeerde helling. Drie door de kou traag bewegende muizen verhuisden naar Skips warme en nu weer gevulde buik. Buitendijks zijn we niet meer geweest.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

maandag 25 juli 2022

FIT MET FIKS

 kenzo, minja, skip

Het hebben van een hond is om meerdere redenen gezond. Je bloeddruk daalt, je haalt vaker een frisse neus en als het goed is tippel je heel wat kilometers samen. Dat moet dan wel minimaal een half uur stevig doorstappen zijn, want met slenteren bouw je geen conditie op. Brisk walking is geen topprestatie leveren, maar wel je zodanig inspannen dat je ademhaling sneller gaat; je kunt nog wel blijven praten.

Het is een weekend om buiten van de zonneschijn te genieten. Een mikado van scherpe witte pennenstreken, grijze veerwolken als borstelige wenkbrauwen en parelmoeren wolken tegen hemels blauw. Beuken in mosterdtinten en kale wilgen met spreeuwen als notenbalken. Ik vertel mijn Noorse fiks dat we de route ‘oude brug naar de stuw’ nemen. Een flink eind. Dat houdt in dat er geen gegraaf of ander oponthoud onderweg gaat plaatsvinden. Behalve Kenzo en Minja die beiden in de lappenmand horen en kort de poten mogen strekken, komen we bij het klooster een gepensioneerde non tegen. Genadig licht egaliseert haar bleke gerimpelde appeltjeshuid. Met duchtig doorstomen komen we gelijk aan met de baas in de Yeti op het afgesproken pik-op-punt.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

WILDVREEMD

 hertenkamp

De baas moest bestellingen uitleveringen en Skip mocht mee. Ze (her)ontdekten bij elk adres iets nieuws. Een Amerikaans aandoend park - een halfpipe skatebaan nokvol herfstbladeren - met houten brug. Een hertenkamp op een voormalige vuilstort mét herten die gewend zijn om bekeken te worden. Volgens Skip waren het elanden. Ze leken helemaal niet op de reetjes in het hondenbos. Om het omheinde hertenkamp lag een sluis met tralies zoals je bij luchtplaatsen in gevangenissen ziet. Geen idee waar dat voor diende of gediend had, maar Skip kon er daarom los. Ze eindigden via een flauwe bocht bij een voormalige grindafgraving waar we vaker zijn geweest. Alleen namen we niet de dichtstbijzijnde ingang, maar reden we daar best een end voor om. Nieuwe wegen inslaan. Ook honden vinden dat machtig mooi.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

SNERTWEER

 erwtensoep, hoogvlakte

Buiten de bebouwde kom op een hoogvlakte. Het is waterkoud. Tussen het kreupelhout hapt een groezelige grijsaard op een omgevallen stam in beduimelde boterhammen. Hij roept iets onverstaanbaars. We groeten terug, dat lijkt ons aannemelijk. Noorse Skip, helemaal in zijn element met dit snertweer (ik leg nu pas het verband met erwtensoep) vliegt van hot naar her.

Wij stappen stevig door om warm te blijven. Na menige op en af draai ik om. Skip die ons slalommend op de voet volgde, is uit het zicht. Nogal wiedes. Skip is vast aangeschoven voor een late lunch. De boterhammenman is weg. De schrik slaat me om het hart. Ik brul: ‘Skippy’ en niet Skip. Skip weet dat Skippy de responsoproep is.

Zand dat bovenop de berg wordt gesmeten door hardwerkende achterpoten van Skip die tegen een steile helling graaft. Door de schuinte hoeft zijn kont niet in de lucht. Gevecht tegen de zwaartekracht. Geregeld glijdt hij naar benee, kukelt om, of laat zich foppen door opgerakelde kiezels die omlaag rollen. Om je te bescheuren. Taaie wortels worden aan flarden gereten. De baas daalt af om foto’s te maken. De jonge aanplant waaraan hij zich vast wilde grijpen, blijkt een losse tak die nu kapseist. Skip houdt het voor gezien, linke boel hier, en klimt vóór de baas omhoog.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

zaterdag 23 juli 2022

KAASJE

 pluche dieren

Skip speelt graag (semi)nuttige spelletjes. Vooral die waarbij lekkers te verdienen valt. Zo deden we een tijdlang rondslingerende beesten apporteren en later een gradatie hoger: op naam. Beestje, big, bontje, coyote, duck, Flip de hulphond, egel, fazantepup, haas, inktvis, kangoeroe, kip zonder kop, marter, mol, muis, paard, pieppaard, rat, Stinky, wasbeer en wezel, bracht hij rap en foutloos voor. Knap vond ik dat hij verbanden ging leggen tussen de pluche dieren, hun naam en de levende dieren. Daarna was de uitdaging was eraf. We breidden uit naar speelgoed, tuingereedschap en woonaccessoires. In mum van tijd waren die net zo goed een kippetje. Voor de ingewikkeldere variant - verstopte voorwerpen op naam aanleveren - peuterde hij een dubbel aantal brokjes los.

In het opendeurseizoen raakten de apporteersessies in de vergetelheid. Het buiten zijn vroeg om een eigen invulling. Ik liet de repetities achterwege. Een hond hoeft niet altijd te werken voor de kost. Nu de herfst zijn intrede heeft gedaan, de tuindeur in het slot blijft, en de verveling toeslaat, duwde Skip me zonder aanleiding coyote in de schoot. Ik pakte de brokkenpot, verdeelde de beestenbende door de kamer en schalde: ‘aaapporte paard.’ Hij bracht (met opzet) duck. Ik meld Skip dat we weer moeten gaan oefenen. Da’s kaasje!

uit de bundel Bezige Bu (2015)

NIPPLEGATE

 tepelhond

Wie herinnert zich nog het nipplegate-schandaal met Janet Jackson? Intussen kijken we nergens meer van op en zijn er, ondanks dat, beroemde navolgers bijgekomen. In een verborgen groen pareltje troffen we een zwarte Labrador die zich schaamteloos in dit rijtje kan voegen. De Labrador heeft namelijk tepels op de ruggengraat. Fier steken ze tussen de vacht omhoog. Is de Tepelhond een speling der natuur - wie heeft hier op de knopjes gedrukt? - of bestaan er waarachtig honden met afstandsbediening?

uit de bundel Bezige Bu (2015)

WC

 page puppy

Page puppy

Het dreint zachtjes. In het stadsplantsoen doet Skip zijn behoefte naast het hondenpad. Ik raap het op en werp het gevulde zakje als een volleerd basketballer in de afvalbak. Een doorsnee man, ik schat hem dik in de vijftig, wacht op zijn curly coated wheaten terriër die hurkend het trottoir als openbaar toilet gebruikt. Onder de arm klemt een voordeelpak Page closetpapier. Als de hond heeft gekakt, trekt de man hem schielijk mee. Fronsmateriaal. Ik vraag beleefd waarom hij de bolus niet opruimt. De man: ‘Ik heb niets bij me.’

uit de bundel Bezige Bu (2015)

vrijdag 22 juli 2022

BLINDENGELEIDEHOND

 bril

De pootjes van mijn computerbril zijn uitgelodderd. Twee uur voor sluitingstijd en het is al schemerig. Op naar de opticien om de boel strak te laten trekken. Skip heeft geen boodschap aan shoppen in de binnenstad. Ik zal op de solotoer moeten. Kortzichtig van ‘m, want het is onverantwoord om mij alleen op pad te laten gaan.

Aangeraakt worden door de tijd is lastig. Grijze haren krijg je ervan en steeds slechtere ogen. Voor het eerste helpt een likje verf, het tweede is onomkeerbaar en het blijft behelpen. Daarom winkel ik zoveel mogelijk op internet, waarvoor één leesbril volstaat.

Ik rij met mijn velo richting centrum vergezeld van vier brillen: eentje voor veraf op mijn neus, eentje voor dichtbij bovenop mijn hoofd om prijskaartjes en labeltjes te kunnen lezen, een middenmoter aan een koordje om mijn hals om rond te neuzen in winkels (die ik tevens thuis gebruik voor het strijken en tijdens het kokkerellen), én de computerbril in een doosje in mijn jaszak.

Het treft dat de brillenzaak op de kop van de koopgoot zit. Het was er tjokvol met klandizie. Ik keek wat rond. Tijdens het bril verwisselen, moeten de ogen steeds wennen aan de diverse sterktes. Zo kon het gebeuren dat het me duizelde, ik de aangeboden stoel misgreep, achterover viel en tussen een van de detectiepoortjes belandde. De geschrokken verkoopster schoot te hulp, ik schoot in de lach. Bijkomend voordeel: ik werd meteen geholpen. Thuis zag ik pas dat ik een van mijn brillen daar had laten liggen. Er zat niets anders op dan terug te gaan. Dit keer voor de veiligheid met mijn blindengeleidehond.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

VELDWACHTER

 kletspraatjes

Een dag die begon met mist en afsloot met een warmterecord. Het is 22 graden boven nul. Skip muist in het veld. Ik wacht toegeeflijk. Het is muizen- en mollenmaand. Ik kan Skip voorwaarts delegeren, maar dan duikt hij in het eerstkomende muizengaatje. Een defilé van honden en eigenaars trekt langs. Kletspraatjes verkopen doodt de tijd. Een willekeurige wandelaar die me na een uur nog ziet staan, merkt op: ‘Als ooit het beroep van veldwachter weer in ere wordt hersteld, hoeven ze geen vacature te plaatsen. Jij bent de aangewezen kandidaat voor deze geduldige baan. Geen ouderwetse bromsnor, maar een uiterst tolerant wachtend vrouwspersoon in het veld.’ Haha, een geestige metafoor. Ik vind het prima. Het is bepaald geen straf om met dit zonnetje te moeten wachten. Bovendien gun ik het mijn lieverd.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

donderdag 21 juli 2022

GERED

 gemberkat, ginger, jaap

Gemberkleurige Jaap houdt het trottoir bezet. De kater in het kwadraat blokkeert de doorgang van het seniorencomplex waar opa resideert. Zijn begroeting bestaat doorgaans uit het strijken van zijn staart langs mijn been, een vragend miauw of hij mee naar binnen kan, of rollen op de plak voor de ingang. Nu verzet hij geen poot, wel maakt zijn schouderpartij slagzij. Skip staat namelijk tussen het object van zijn verlangen en hem in: een muis onder de heg. Wij willen naar opa, Skip (die geen sjoege van de muis heeft) wil eerst naar Jaap, Jaap wil naar muis. Door alle consternatie zwijnt de muis. Hij trippelt met bolle rug, zo nietig mogelijk, tussen alle benen en poten door. Voor de afwisseling heeft Skip eens een muis gered.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

woensdag 20 juli 2022

ALLERHEILIGEN

 stoep, allerheiligen

Ik heb net mijn eigen stoepje schoongeveegd. Die van de wederzijdse buurtjes gingen in een moeite mee. Skip ligt vooraan in de gang op wacht. Een gepimpte VW golf met buitenlands kenteken wordt voor onze deur geparkeerd. Dat mag (helaas); onze straat is de eerste vanaf het stadscentrum met - nog wel - gratis parkeren. Op Allerheiligen is er elk jaar een Duitse invasie. Ik groet de passagier die uit de zwarte auto voorzien van toeters en bellen, stapt. De met goud behangen jongeman knikt omdat hij zich gedwongen voelt. Skip kwispelt hevig: leuk! bezoek! Ze komen niet voor ons, maar om te shoppen.

Zijn chickie blijft achter het getinte glas zitten. Ik maak eruit op dat ze een afkeer voor honden heeft. ‘U kunt gerust uitstappen, mijn hond gaat niet voorbij de dorpel’, laat ik weten. Daar heeft ze geen boodschap. Het autoraampje kiert open. Gebiedend gebarend en in een onverstaanbare taal maakt ze mij duidelijk dat ik de hond achter slot en grendel moet zetten.

Ik ben de beroerdste niet, maar op die manier voel ik me daartoe niet geroepen. Bovendien ligt Skip binnenshuis. Het toeval wil echter dat ik buiten klaar was. Ik had dolgraag de vervolgstap geweten: de dienst blijven uitmaken, volharden in wachten, of wegrijden.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

dinsdag 19 juli 2022

SPITSUUR

 brommer, kraai, pad,

Skip graaft onder aan de schuining van de dijk. Hij is geconcentreerd bezig. Andere honden blijven onopgemerkt. Toch kijkt hij op als er gefietsbeld wordt of als een langs scherende brommer te lawaaiig is. Gepokt en gemazeld kan ik onderscheid maken tussen de graafmethodes naar mol, muis of konijn. Vandaag staat dubbel muis op het menu. Dat is een beetje mijn schuld, vrees ik. Om een frontale foto te maken, moet ik voor Skip gaan staan. Mijn voetstappen bewegen twee muizen naar buiten. Het voorgerecht rent in de opengesperde muil van Skip, het nagerecht houdt Skip met zijn rechtervoorpoot tegen. Waar Skip totaal geen weet van heeft, is dat hij met zijn gespierde achterpoten een uit de klei gekropen pad plet.

Een rubberachtig amfibie met bungelende billen waaruit van alles gulpt dat binnenin behoort, is allesbehalve een prettig gezicht. Ik zal hem uit zijn lijden moet verlossen. Ondanks dat ik hem zo pijn bespaar, vind ik het moeilijk. Ik loop een forse wandelaar tegemoet voor hulp. Een krasse kraai ontslaat hem en mij van een moeilijke stap.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

ZENDINGSDRANG

 omgevallen boom

Op de parkeerplaats bewonderden we de pup van kersverse hondenouders. We quatschsten wat. Skip en pup huppelden rond. De vrouw keek op haar horloge: ‘Oeps, de tijd is om. Jammer we hadden nog wat willen wandelen.’ ‘Ik dacht dat jullie tegelijk met ons aankwamen’, waren mijn woorden. ‘Dat klopt’, zei de vrouw, ‘maar een pup mag maar vijf minuten wandelen volgens de boeken.’ Ze laadden de pup weer in de auto en reden weg. Ons verbouwereerd achterlatend. Zendingsdrang kriebelde en kreeg niet de kans.

Voor de visvijver stond een jongeman in een grijze jekker met een werpstok in zijn handen. Van bovenaf de berg stortte zijn jonge Duitse Herder met de bal in zijn bek naar beneden. Dat spelletje speelden ze een kwartier later nog, zagen we vanaf de bovenkant. Het is navrant dat de eigenaar onbekend is met de fatale combinatie jonge grote hond/werpstok/heupdysplasie. Zendingsdrang borrelde onderhuids. Hij leek me geen persoon waar je mee van gedachten kon wisselen.

Skip groef langs de oever, ik leunde tegen de omgevallen boomstam ernaast. Een guitige kruising Labrador/Stafford/Whippet van een half jaar schoot Skip ongevraagd te hulp. The jumpy dog met een half zwarte half witte kop luisterde perfect naar zijn bazinnetje toen ze hem maande: ‘Hé, waar zijn je manieren! Eerst vragen of je mee mag helpen.’ Hij stopte, ging zitten en keek Skip met een schattig schuin koppie vragend aan. Die vond het meer dan oké: met twee graven gaat dubbel zo diep. Nadat ze hun neus in China hadden laten zien, liepen we samen een eind op. Wat gaan hond en eigenaresse naturel en speels met elkaar om. Zendingsdrang is hier totaal overbodig.

overbodig

uit de bundel Bezige Bu (2015)

maandag 18 juli 2022

MÖVENPICK

 meeuwen vallen aan

Wij gaan niet ver. Skip strandt over de dijk meteen op de nu eentonige vlakte. Het is Oktober Mollenmaand. Terwijl Skip hoopvol graaft, volg ik de vogeltrek aan een klassiek vliegenblauwe lucht. Opgewonden gekakel in alle toonaarden. Voor de vogels is het een reünie. Conversaties gaan over: waar ben jij geweest, hoelang, hoe was het daar, zijn er nog meer, waar ga je nu naar toe, en sluit je bij ons aan.

De vangst is nul. Geen mollen, dus ook geen kruisen op Skips conto. We koersen naar het water waar hij het zand van zijn poten en uit zijn bek kan spoelen. Vijf krijsende meeuwen vallen ons in een duizelingwekkend tempo aan. Eentje pikt er in mijn schedel. MÖVENPICK! Wat maakt hen zo van streek? Als het er slechts één was geweest, had ik ‘m nog voor verziend kunnen verslijten. Hebben ze trek en zijn ze boos dat ik ze niet voer? Skip blaft ze weg en ik weer ze van ons af met een lange zwaaiende tak. Skip moet er meermaals achteraan. Hij volhardt totdat ze eindelijk wijken. Mijn held!

uit de bundel Bezige Bu (2015)

vrijdag 15 juli 2022

INRUILWAARDE

 geldig argument

Langs een paar blootliggende hectare begint de oevervegetatie die voornamelijk bestaat uit een langgerekt bramengebergte. Skip schiet een olifantenpaadje in dat leidt naar het water. Wij interpreteren dat als ‘hij gaat even wat drinken’. Het is bovengemiddeld warm voor oktober. Omdat hij niet meteen terugkomt, gaan we ervan uit dat hij is doorgelopen. Dat doet de struiner geregeld. Ik roep zoals zo vaak: ‘Loop maar evenwijdig mee.’ We blijven fluiten, zodat Skip ons kan lokaliseren. Bij de inham waar we ons dan zouden moeten treffen, komt Skip niet opdagen. W. neemt het afgelegde traject en ik loop de benedenroute om Skip te zoeken. We krijgen het er nog warmer door.

Aan de waterkant in het verlengde van het olifantenpaadje voert een flikflooiend paartje elkaar … en Skip. Een romantisch plaatje tijdens een hete herfst. Onze hond was helemaal niet zijn dorst gaan lessen, maar had zichzelf uitgenodigd op de picknick. Genoeglijk zat hij tussen het stel begintwintigers in. Skip die vreemden argwaant, had zich laten inpalmen door huzarensalade, koude kip en stokbrood. Onze lage inruilwaarde was moeilijk te verkroppen: ingewisseld worden voor een koud buffet. Skip had vier smoesjes klaar: door de harde wind had hij ons niet gehoord, de hapjes waren nog niet op, met volle mond blaffen is niet netjes, en de jongen had hem met een streng die hij aan de halsband had geknoopt vast. Alleen dat laatste was voor ons een geldig argument.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

MAG HET LICHT AAN?

 hondenlach

Het nazomert. We maken een van de laatste avondwandelingen over de paarse heide voordat de duisternis het weer maanden overneemt. De zon haalt nog een keer alles uit de kast. Een T-shirt volstaat. Toch zijn er boodschappers die verkondigen dat de herfst popelt om in te vallen. Voorheen raspende sprinkhanen gaan overbruggen als ei, spreeuwenballetten, groenjuwelen in veranderende tonaliteit, bessen en rozenbottels leveren energie voor de vos, met eikels slepende eekhoorns.

Skip werkt ook aan het opbouwen van een vetreserve. Hij stofzuigt elke konijnenkeutel op. Voor de grap: ‘Kan het met een beetje beleid, Skip? Wel zo fatsoenlijk als je wat voor andere liefhebbers overlaat.’ Skip gaat inhalig door en dwaalt met zijn snuit omlaag, af. In het halfduister roepen we naar hem. Skip ziet ons niet staan. We bewegen onze armen als een T in de lucht; een hond ziet bewegende dingen beter dan stilstaande. Skip kijkt zoekend rond, intussen plakken konijnendroppings tot zich nemend. Je ziet hem denken: Mag het licht aan? Goed idee, maar te laat. Voor vertrek hadden we inderdaad een zaklamp moeten inpakken om onszelf te verlichten. W. fluit schril. Hèhè, xieje. Enigszins opgelucht zet hij het op een drafje. Blij weer bij ons te zijn, lacht hij zijn voortanden bloot.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

donderdag 14 juli 2022

ROCK THE BOAT

 hond in de herfst

Tegenwind. Langs de oever laten kinderen een fleurige vlieger met twee slingerlinten op. Hij klimt hoger en hoger. We ritsen de jas tot aan de nek toe dicht. Herfst! De wind brengt alles in beweging. Een lege grijze afvalzak bolt op en danst over de weke kleilaag. Skip hangt schuin in de wind. Een op de klippen gelopen gammel vissersbootje dat de naam Marina draagt, trekt zijn en vervolgens onze aandacht. Door rücksichtsloze golven en de misschien matige stuurkunsten van de gelegenheidskapitein had het de kust geramd. W. schiet de shabby Duitse schipper die tot aan zijn bouwvakkerdecolleté in het koude onstuimige water staat, te hulp. 

Met vereende kracht - duwen, schommelen, een joekel van een stam als hefboom en Skip die ter aanmoediging blaft - trekken ze het groene stalen schuitje weer vlot. De schipper, een stoere man van weinig woorden, hijst zich kielekiele aan boord. Het bootje wordt weer speelbal van de woelige baren. Dan ronkt de buitenboordmotor. Wij wensen hem: ‘Gute Fahrt!’ De schipper maait met zijn logge armen. Het opgeluchte ‘dankjewel!’ in vet Duits accent vecht tegen de westenwind.

Skip stopt met blaffen. Wantrouwde hij de situatie of de man? Op het bovenpad rent wervelwind Speedy ons op zijn oude dag bijkans omver. Zijn witgesokte zwarte poten volgen Heidewachtel Snuf die heiß is. Ze voelt echt warm aan als we haar knuffelen. Haar bazin steekt van wal: ‘Het heeft niks met loopsheid te maken, Snuf komt gewoon vers uit haar mandje.’

uit de bundel Bezige Bu (2015)

woensdag 13 juli 2022

KLANDIZIE

 klandizie

Een warme eerste oktoberdag. We komen speciaal naar hier om walnoten te rapen. Negen runderen hebben een cordon om die ene boom gelegd. Dan maar bergafwaarts het weiland in. Overdreven gesim en hoge geestdriftige kreten zijn de voorlopers van Indiase paria Candi die zich vreselijk aanstelt. Ze wil knuffels én koekjes. Op de achtergrond blaft haar 14-jarige Griekse stiefzus Tiga zich een ongeluk, omdat ze haar niet bij kan houden. Knuffels kan de ongeduldige Candi krijgen, het koekje bewaren we als Tiga en Skip zich bij haar hebben gevoegd.

Het aangeboden lekkertje wordt uit mijn hand gegrist. Ik heb concurrentie. De honden hebben Matisse en haar baas gespot. Mijn klanten gaan zonder pardon voor de Frolic™ - voor honden een soort übertraktatie. Pech. Alles was al uitgedeeld. De teruggekeerde honden proberen mij nog een koekje te ontfutselen. Fijntjes wijs ik ze op hun afvallige gedrag.

De honden begrijpen dat er niets meer te halen valt en zoeken de middenberm op. Candi maakt de blits met muizensprongen. Het blijft een leuk gezicht. Snuffelende Skip stelt vast dat het interessantdoenerij is. Als we bij het stalen bruggetje afscheid nemen, melden zich drie afnemers voor een vertrekpremie. Ik kan ze niet weerstaan.

over rooster en rand lopen

uit de bundel Bezige Bu (2015)

DE NIEUWE WILDERNIS

 op het erepodium

Skip op het erepodium van bedreigde diersoorten

We reden heel vroeg en ver om in een beschermd biotoop aparte dieren te bekijken. Een totale deceptie: zelfs geen mus kwam voor onze lens. In de natuurgebieden in de nabije omgeving - die subsidies ontvangen voor natuur- en landschapsbeheer laten aangeprezen zeldzaamheden zoals de zandhagedis zich nooit zien. En als ik vijf jaar oude foto’s vergelijk met nu, constateren we dat heideplanten zijn verdrongen door voornamelijk berken en de invasieve uitheemse vogelkers.

Tegenwoordig vinden we de fauna heel dichtbij: thuis. Onze stadstuin blijkt namelijk een toegankelijk reservaat voor vrijwillige bezoekers. Naast ordinaire huis-tuin-en-keukenbeestjes scharrelen egels in bladerhopen, strijken vlinders, ook zeldzame, hun vleugels in de zon, scheren vleermuizen rond ons huis, gebruiken marters een van de schuurtjes als speelhut, eet het vosje zijn buikje rond en danst hij, weliswaar achter draad, met Skip. De slechtvalk giert dat het een lieve lust is en de kerkuil oehoet gezellig mee. Een nooit eerder graag geziene gast is de schaarse Alpenwatersalamander. Wat is-tie fluwelig zacht.

Aan onze wildernis is niet speciaals, daar doen we niet aan, gewoon tuinieren met gezond verstand. Natuurbeheer wordt voorgeschoteld als intensief, complex en duur. Er rest slechts een conclusie: al dat bekijks moet voor Skip komen. In de ‘vrije’ natuur zijn honden (vaak) niet welkom. Bosdieren moeten wel naar de bebouwde kom komen, willen ze onze viervoeters bezichtigen. Noorse Buhund Skip is er sowieso eentje van een nog net niet uitgestorven ras. Wij zouden subsidie moeten krijgen!

uit de bundel Bezige Bu (2015)

maandag 11 juli 2022

HERFSTBOS

 wandelen met de hond

Het motregent. Ik had een treurige column gepland over een herfstig bos. Vincent Bijlo* was me voor. Hij schreef een ode aan de overgang met onovertrefbaar woordgebruik als ‘bomen wachten geduldig op de striptease van de herfst’, ‘de ringtones van de natuur’, en ‘elfen die op bankjes in de lach schieten’. Er miste één ding: de hond.

Skip en ik knepen een oogje dicht tussen het geboomte waar de herfst stiekem insluipt en zagen door de oren van Vincent. Een zoevende V zwanen, van blad af rollende dauwdruppels die in plassen petsen, getweet van muisjes in nat gras, mijn nylon mouwen die bij elke beweging hoorbaar tegen de jas schuren, nijvere eekhoorntjes die inzamelingsacties op de grond houden en Skip die het niet na kan laten ze achterna te gaan, een dwarrelend eikentakje dat vlak voor mij valt, vrolijke voetstapjes op kiezels. Ik open mijn kijkers en zie een Cocker Spanielpup, vers uit het nest. Just is de opvolger van baasjes die nog lang na de dood van hun vorige lieveling Joep zwoeren nooit meer een hond te nemen. Herfst. We hebben er zin in.

*Cabaretier/schrijver Vincent Bijlo schreef de column in PUUR NATUUR nr. 22

uit de bundel Bezige Bu (2015)

PLOFSKIP

 bankhangen

Ik blijf me verbazen over de veelheid aan houdingen van Skip tijdens het liggen. Geregeld maakt hij een inschattingsfout en ligt te dicht langs de muur, zijn nek als een zwanenhals achterovergeslagen. Hij heeft er geen problemen mee. Op het dikke hondenbed hangt zijn kop systematisch over de rand naar beneden terwijl het groot genoeg is om de hele hond te herbergen. Zou het bloed zo naar zijn hersenen zakken en zijn bewustzijn verruimen? Op de houten tuinvlonder neemt hij dezelfde positie aan, helemaal zen.

Sofasnurken doet hij opgerold als een vosje op de bank. Op het ruim bemeten hondenkussen speelvecht hij met de verwassen handdoek met rafels die er ligt om de hoes te beschermen tegen vuil. Bijeffect van dat gerommel is dat hij zich zo druk heeft gemaakt dat hij een tijdlang naast het kussen afkoelt en het slechts als oncomfortabele hoofdsteun gebruikt. Dromen doet hij op zijn rug. Als de onophoudelijke beeldenstroom verandert in een nachtmerrie, dan draait hij op zijn zij en rent met de poten in het luchtledige verder.

Een ander wapenfeit van Skip is de onhebbelijke gewoonte om tijdens onze gezamenlijke nachtrust het slaapritme te onderbreken. Tijdens het zomerse seizoen valt Skip om de zoveel tijd met een harde bons op de parketvloer. Plofskip ligt er niet wakker van, ik wel. Steeds als hij zijn verstikkende katoenen kussen verruilt voor de koude grond word ik wreed uit mijn slaap gerukt. De matjes die ik voor hem neerleg om het gebonk te voorkomen, worden alleen gebruikt om ernaast te liggen.

Vanmorgen ben ik heerlijk uitgeslapen. De ongenadige luchtstroom die als de vooravond van de herfst door het geopende kiepraam binnendringt, doet Plofskip eindelijk gebruikmaken van de pluche accommodatie die compleet op zijn behoefte is afgestemd. Van het donzen kussen stapt hij nu zo op het aangepaste pluche dat hem zacht doet belanden en het geluid dempt.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

HONDENSPELLETJES

Verslaafd aan Skip? Op My dog Skip does the trick en Kluifje entertrainment vind je 1001 door Skip uitgevoerde hondenspelletjes en -kunstj...