Skip, de lachende hond is altijd een heer in het verkeer |
Het fenomeen ‘sluipverkeer’ krijgt steeds meer followers naar het schijnt. De nieuwe lichting jonge honden is om nog onduidelijke redenen voorzichtiger in de omgang. Bij het naderen van een soortgenoot sluipen ze, nemen een lage houding aan, zakken door vier poten of gaan platliggen. Het onderscheid zit ‘m in de afwerking. Diplomaten laten zich kalmpjes besnuffelen en tonen liggend hun buik, conflictvermijders maken plotsklaps een schijnbeweging en sprinten met een boogje om de ander heen, ongeduldige groentjes stormen ineens doldriest op de tegenligger af, om op een neuslengte afstand op de rem te trappen. Honden op hoge poten en kousenvoeten die in een patstelling bevriezen, zijn een zeldzaamheid geworden.
De jongeman knikt
instemmend als ik opmerk dat het leek of zijn hond steeds kortere pootjes kreeg.
‘Ja, ze sluipt elke keer naar de andere hond toe en blijft dan liggen tot de
ontmoeting. Dat heeft ze zichzelf zo aangeleerd’, zegt hij en beaamd tegelijk dat
het best een komisch gezicht moet zijn. ‘Daarom loop ik graag op tijdstippen
dat er weinig hondenwandelaars zijn, want het is best lastig. Vooruitkomen
schiet zo niet op’, verklaart hij. ‘Straks als de herfst zich van zijn
onstuimige kant laat zien, is het vanzelf afgelopen. Tutje is dan veel te benauwd
dat haar buik koud, nat of smerig wordt!’
uit de bundel: Kluifjes door Cela den Biesen (2012)