We bevinden ons in het hondenbos waar we
vrijwel elke dag komen om onze honden uit te laten. Voorheen wandelden we in de
overzichtelijke glooiende uiterwaarden langs de rivier waar we kunnen genieten
van een weidse blik. M. vraagt waarom we vorig jaar zo zelden naar het bos zijn
gereden. Ik antwoord omdat onze rebellen toen nog niet zo gehoorzaam waren.
Terwijl ik het zeg, realiseer ik me pas hoe veranderd ze zijn. De drie
gehoorzamen inderdaad veel beter. Het is nog steeds niet zo dat ze op één
vingerknip of commando subiet komen, maar ze houden ons beter in de gaten.
Zelden komt het voor dat ze zo bekaf zijn dat ze zich aan het einde van de rit
zelfstandig melden.
We volgen een vast pad waar de Skip,
Cruzer en Byker omheen dwarrelen, afhankelijk van waar zich iets spannends
bevindt. Momenteel zijn dat sporen van eekhoorntjes die nu wat vaker op de
grond naar hun verstopte wintervoorraden zoeken. Zijn we het trio uit het oog
verloren dan is drie keer fluiten meestal afdoende om contact te krijgen. Via
geblaf wordt er aan ons gerapporteerd: Cruzers ongeduldige serie woefjes en
wafjes seint in morse dat Skip graaft en dat zij graag mee wil doen, of er
klinkt een verwoed basje van Skip dat hij heus zou willen komen, indien er geen
dringende zaken ter plekke geregeld dienden te worden.
Diegene die het vaakst het initiatief
neemt om te komen (of bij ons te blijven) is Byker: onze stabiele factor die
als verkennertje tig keer het heen en weer krijgt. Skip is tegenwoordig zo
geconditioneerd dat hij tussendoor krachtvoer in de vorm van een koekje komt
halen. Cruzer is de ultieme aanstichtster van het stel en wordt om deze
capaciteit zeer door de andere twee deserteurs gewaardeerd. Zij is
grensverleggend en altijd in voor spannende avonturen waarvan zij precies weet
waar die te beleven zijn. In code maar met glasheldere gebaren voor haar
complice geeft ze precies aan waar ze de twee mee naar toe wil hebben: een
afwachtende houding met haar blik richting guiterij, een zwaaiend voorpootje
(kom!) of met de stand van haar schouder. Het is mooi om naar te kijken en je
kunt er van alles aan aflezen.
Het moment doet zich meestal voor op het
einde of op driekwart van de wandeling. Het is dus zaak om dat moment voor te
zijn en de rebellen aan te lijnen zodat ze het laatste stukje kunnen uitlopen.
We noemen deze cooling down: uithijgen. Zo nu en dan, als we een
snel rondje hebben gelopen, gunnen we ze verlenging. Het leukst is dat wanneer
zij denken dat zij ons aftroeven en geen idee hebben dat dit onze opzet is. Een
seconde met de rug naar ze toe en weg zijn ze! In luttele seconden verbergen ze
zich in een verboden naburig perceel waar wij met een slakkengang naar toe
wandelen: daar fluiten we ze terug en worden ze voor hun eigen bestwil
aangelijnd. Omdat ze nooit klaar zijn.
uit het boek: De rebellen maken er een bende van (2014)