Vaste prik.
Elke morgen pikken we Skips hartsvriendinnen Cruzer en Byker (en hun vrouwtje
M.) op om vervolgens naar ons favoriete uitlaatstekje te karren. Het komt
sporadisch voor dat ze absent zijn. Behalve op zondagochtend. Dan slapen
de Jackies uit en gaan Skip en ik samen op pad. Hij weet
precies wanneer ze hun snipperdag nemen. Op die morgen blijft hij, in plaats
van verlangend uit het raam te turen, met een berustend voorovergebogen hoofd
op zijn plaats achter de bestuurderstoel zitten.
Het op elkaar ingestelde jachttrio kan
mekander moeilijk missen. Ze knuffelen en spelen graag, maar bovenal jagen ze
hartstochtelijk samen. Binnen het jachtteam heeft elk zijn eigen afwisselend
takenpakket. Dat varieert van signaleren, najagen, yippen, graven, keffend
verslag uitbrengen, enteren, blaffen, stellen, omsingelen en vangen. Om dat
allemaal in je uppie te moeten doen, zou vanzelfsprekend onaandoenlijk zijn. De
buit, het incidenteel gesneuvelde (onfortuinlijke) konijntje, molletje of
muisje wordt eerlijk onderling verdeeld. Pret en de onderlinge samenwerking
bepalen het spel.
De vakantietijd brak aan. De reislustige
baasjes van Skips eigenhondig opgeleide jachtvriendinnetjes
gingen op rondreis in een ver vreemd land en zouden pas na twee maanden
terugkeren. Uiteraard namen ze hun geliefde viervoetertjes mee. De eerste dag,
de Dag des Heeren, vormde geen probleem. Op maandag kreeg Skip in de gaten dat
er iets niet in de haak was. Vergezeld van een diepe zucht staarde hij treurig
door het autoraampje. Gedurende de verdere week bleef hij hondstrouw op de
parkeerplaats van het hondenbos op ze wachten. Kreeg je hem eindelijk
meegetroond en hoorde hij in de verte geblaf dat op dat van de meiden leek, dan
spurtte hij hoopvol richting het overbekende geluid. Of meende hij ergens hun
silhouet te herkennen dan moest en zou hij er naar toe. Teleurgesteld keerde
hij telkens met een mismoedig gelaat terug. Met de week werd hij
gedeprimeerder, bijna apathisch.
Een vreemde gewaarwording voor ons. De
avontuurlijke Skip bleef tijdens onze dagelijkse uitjes, in tegenstelling tot
voorheen, geluidloos met trage tred naast ons. Het wemelde van de konijnen,
maar Skip deed het voorkomen alsof ze niet bestonden. Wat had het voor zin,
zijn meisjes waren er toch niet. Rennen was dus tijdelijk passé. Zijn yip deed
het niet meer. We besloten om de jachtbel – eerder onmisbaar om de
schatteboutjes te traceren – van zijn halsband te halen. Dit tot groot verdriet
van zijn rondstruinende boezemvriend Bagno die hem via het getingel feilloos op
afstand kon lokaliseren. Bagno’s steun was Skips enige lichtpuntje in die
donkere dagen. Vanwege autopanne verscheen hij de tweede vakantiehelft ook
niet. Skip ging officieus in rouw en nog net niet in hongerstaking.
Tot overmaat van ramp viel Skips zesde
verjaardag in de vakantieperiode. Zijn verjaardagfeest stelden we daarom uit.
De zes cadeautjes die hij alvast in ontvangst had mogen nemen, hielden hem op
de been. Elke dag snoof hij er wel een paar keer aan om zo de geur van zijn
vriendinnetjes vast te houden. En elke zaterdag mocht hij er eentje uitzoeken
en zelf openmaken. Voor eventjes fleurde hij dan op.
Achteraf bleek die voor Skip nare tijd wel
degelijk nut te hebben gehad. Doordat hij minimale behoefte had gevoeld om
alleen op pad te gaan, merkte hij dat bij ons lopen ook zo zijn (smakelijke)
voordelen had. Bovendien konden we alternatieve routes die anders taboe waren,
nemen. Onbekende terreinen verkennen leidde hem af. We stelden hem een deal
voor: voor elke tien wandelingen die hij bij ons zou blijven - in
plaats van te ontsnappen om te gaan jagen - verdiende hij een tripje
naar zee. Het bleek een schot in de roos en een goede stimulans. Inmiddels zijn
we regelmatige strandgangers. Beloofd is beloofd!
Een roemrucht tijdperk van wachten en
geduld hebben is voorbij. Skip en de meiden zijn herenigd. De passie is
gebleven. Dolblij vieren baasjes en hondjes hun thuiskomst en voor Skips
verjaardagsfeest pakken we grootst uit. En de yip - oh, wat hadden we
die gemist! - doet het weer. Alles is weer als vanouds. Nee, beter
eigenlijk want de bel hoeft nog zelden om. De jachtige taferelen van weleer
herleven dagelijks, maar Skip en zelfs Cruzer en Byker luisteren ineens veel
beter. Sterker nog: ze corrigeren elkaar indien de ander een commando negeert.
Doorlopen en één keer fluiten is tegenwoordig voldoende om ze te laten volgen.
Waren ze door hun scheiding en de opgedane ervaringen verstandiger geworden? De
tijd zal ons leren of het zo eenvoudig blijft. Binnenkort gaan de meisjes
nogmaals op reis, een tripje van kortere duur. Skip is nog onwetend.
uit het boek: De rebellen maken er een bende van (2014)