Honden krijgen meer mee dan je denkt. Dat merkte ik op een
snikhete dag toen Skip en ik min of meer verplicht binnen op de bank zaten. We
keken samen naar Outback Wrangler op National Geographic waarin de
Australische natuurbeschermer Matt Wright dieren verplaatst die overlast
veroorzaken.
Tijdens een kangoeroeplaag waar helikopters met mitrailleurs
werden ingezet om kangoeroes (die hij Skippies noemt) af te slachten, zag Matt
het licht: kangatarianisme dat van de nood een deugd maakt. Kangatariërs eten
alleen scharrelskippyvlees dat bovendien eiwitrijk en vetarm is. Kangoeroes
hebben geen veevoer nodig en kosten daarom geen water en energie voor landbouw.
Bijkomend voordeel is dat ze niet zo winderig zijn als rundvee en varkens waardoor
er minder uitstoot van methaangassen is. En ze zijn op eerlijke wijze
doodgeschoten.
Het liep al tegen zessen toen de baas riep: ‘Wat krijgen we te
eten?’ Skip was ineens foetsie. Met nog vers in zijn achterhoofd een van
mijn vroegere strekkingen ‘als hij blijft wegrennen tijdens het loslopen, dan
mesten we hem vet’, plus de onthouden woorden uit het zojuist bekeken programma
‘eten, Skippies en doodschieten’ moet hij gedacht hebben: weghopsen!
uit de bundel Bezige Bu (2015)