Met
pikhouwelen worden autoruiten ijsvrij gebeiteld. Gehobbel over spekgladde
klinkers. Het vriest dat het kraakt. Nul graden. Fonkelende ondergrond.
IJsblauwe lucht. De zon lacht ons op de open vlakte toe. Zelden hebben we een
wandeling moeten afbreken, maar het was geen doen. Elke schrede die we tijdens
deze tocht der tochten zetten, sprak andere spieren in ons lichaam aan. Heel
vermoeiend voor de kuiten, bovenbenen, heupen en rug. Een Chihuahua in skipak
verzette geen stap en werd op de arm genomen. Het lag niet aan de uitrusting,
maar aan de bikkelharde onderlaag. Een 10 weken jonge doodlepup weigerde en
steigerde. De ijssneeuw brandde bij elk pasje onder zijn zachtroze babyvoetjes.
Skips breed gespreide tenen hadden wel grip op de bevroren sneeuwlaag. Hij
zakte minder diep weg in de ijssneeuw dan wij. Harde korsten en ribbels maakten
het lopen voor hem onaangenaam. Alerte konijnenoren boven een hol. Een
slidderende Tibetaanse Mastiff nam poolshoogte. Skip zakte in een krater. Pas
toen hij overtuigd was dat de Tibetaan met de noorderzon vertrokken was, stak
hij zijn kopje boven de sneeuw uit. Voor vandaag houden we het buiten voor
gezien.
uit de bundel Bezige Bu (2015)