Het was een
saaie grijze dag. Tijdens de boswandeling sjokten Skip en zijn vriendinnen
routinematig en als makke schapen achter ons aan. Skip had daarom alle hoop
gevestigd op vertier in eigen tuin. Al twee dagen op een rij is er een
ongewenste vreemdeling in de tuin: een zwarte kat die merels vangt, plukt en
verschalkt - overigens exclusief veren
en pootjes. Skip verdenkt de kat ervan hem de moorden in de schoenen te willen
schuiven (wij weten dat de kat de boosdoener is) en zou hem graag onder handen
willen nemen. Maar het regent. Dus de kat ligt waarschijnlijk ergens voor een knapperend
haardvuur, terwijl Skip noodgedwongen binnen voor de achterdeur hoopt op betere
tijden.
uit het boek: De rebellen maken er een bende van (2014)