De honden
herontdekken interessante plekjes in het bos. Een konijnenburcht naast het
korenveld heeft ditmaal hun volledige attentie. Wat hebben ze het weer druk. Ze
piepen onmachtig, grommen, yippen, janken en keffen hoog tijdens het graven.
Cruzer commandeert blaffend aanwijzingen aan Skip: het is bijna praten.
Uiteindelijk doet ze het toch liever (en beter) zelf. Er wordt veelvuldig van
ingang geruild, een soort zenuwslopend stuivertje verwisselen. De sidderende
konijnen blijven veilig ondergronds.
Verder wandelen zit er vandaag niet in.
Jammer dat er nooit een bankje in de buurt staat van zo’n boeiend oponthoud. We
roepen de rebellen die van geen ophouden weten. Achtereenvolgend verstoppen ze
zich tussen de metershoge aar- en pluimgrassen en wilde bloemen. Eén voor één
komen ze tevoorschijn. Eerst de trouwe Byker, dan komt Skip aangesukkeld die
Cruzer geruststelt dat er een koekje te halen valt. Als laatste verschijnt
Cruzer op haar elfendertigst. Nadat ze is aangelijnd is ze ineens doodop. Ze
gaat languit op de grond liggen en wil óf gedragen worden óf voortgetrokken.
Skip volgt haar voorbeeld. We coachen de beide boefjes: nog honderd meter tot
de finish.
uit het boek: De rebellen maken er een bende van (2014)