Er zijn heel wat namen
in omloop voor onze honden die door het leven gaan als respectievelijk Cruzer,
Byker en Skip. Voor intimi: Cruzi of Cruiseje, Biter (ai) en Skippy. Aan een
benaming voor het trio zijn we zelf schatplichtig. Het doorsnee ‘boefjes met
belletjes’ werd gaandeweg verbasterd naar (re)bellen. In de top 3 van de meest
gehoorde varianten staan: ‘Ik dacht dat er een schapen- of geitenkudde aankwam’
en ‘poespoes’ omdat men een in de struiken verdekt opgestelde kat verwacht, en
mijn favoriet: ‘Daar speelt het carillon weer’. Niet bijster origineel, maar
vaak gehoorde begrippen zijn: Santa’s rendieren, Die Glöckchen, opgetuigde Haflingers, en de overbekende
kerstballades zoals ‘jingle bells’.
De leukste bijvangst kwam vanmorgen van een rollatorduwer die we regelmatig aan het einde van de rit tegenkomen: de baas van Basset Hendrik die NIET naar zijn naam of wat voor woord dan ook luistert. Vanaf de overkant van het slootje, onthulde hij hesig tegen M.: ‘Ik noem u in stilte Mevrouw Tingeling.’ Ik rolde dubbelgevouwen over de grond: Mevrouw Tingeling heeft een verdomd hoog Vrouwtje-Theelepel-Kabouter-Plop-gehalte. Daar wordt een mens nou vrolijk van. De man met zijn droge opmerking bombardeer ik meteen tot blijnaamkampioen. Vooralsnog kom ik er ongeschonden van af, omdat ik Skip voor het afschakelen (uitlopen en uithijgen) steeds van alle toeters en bellen ontdoe.
uit het boek: De rebellen maken er een bende van (2014)