maandag 6 juni 2022

ONBEKEND

 noorse buhund

Vrouw met ‘angstig’ Dwergkeeshondje lijnt hem aan als we hen tegemoet lopen. Zij herkent ons én Skip wéér niet. Voor de tigste keer vertelt ze de zielige geschiedenis van Keesje die we beleefd aanhoren. Voor de zoveelste keer laten wij weten dat we mekaar vaker ontmoet hebben en dat Skip en Keesje prima samen gaan. Er gaat geen lichtje branden.

De vaste dog walker laat de Border Collie van een wederzijdse kennis uit. Omdat Colla andermans hond is, is hij begrijpelijk, op zijn hoede. We roepen vanaf een afstandje dat het goed is. De man weifelt. Pas als ik de naam van de hond roep, komt hij op ons ‘totale vreemdelingen’ af. ‘Oh, jullie kennen ‘m?’

Ik ga er niet over uitweiden, maar als we tijdens diezelfde wandeling op onze vaste route voor de derde maal door een hondenwandelaar die we al (veel) vaker ontmoet en gesproken hebben, niet herkend worden, gaan we ons toch iets afvragen. Ligt het aan ons? Willen mensen ons niet (her)kennen? Zijn wij zulke kleurloze types dat we niet op het netvlies van mensen blijven hangen? Komt het doordat we geen uniform wandelkostuum hebben, maar steeds veranderen van hoofddeksel en jas? 

Of ligt het aan onze tegenliggers van wie de harde schijf gewoon te vol is? Want met zo’n zeldzame rashond als de onze zou je toch op moéten vallen. Over zeldzame rashond gesproken: zelfs Skip ziet ons vandaag niet staan. Als hij, nadat hij wat achterop is geraakt, ons in wil halen, snelt hij naar het dichtstbijzijnde verkeerde man-vrouwkoppel. Het is dat we stevig in onze schoenen staan, want je zou zo een minderwaardigheidscomplex ontwikkelen.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

BIFI

In het park wandelen twee gezinnen, begindertigers, met hun drie goed gevulde teckels. Als de logste éminence grise van hen afdwaalt, sommee...