In
stemmig zwart toonladderen merels in de tuin. Het wordt net licht als de
deurbel klinkt. Ik schiet overeind. Wreed gewekt holderdeboldert Skip de treden
naar beneden. Hij blaft tegen de gesloten deur waar een royaal silhouet achter
schuilt. Het is iemand die een putdeksel komt vervangen en onze auto staat
exact op die plek. Hebben we eindelijk weer eens het plekje voor onze deur
bemachtigd (onze straat is de eerste vanaf de koopgoot zonder parkeermeters) en
moet-ie weg. Skip neemt zodra ik de deur dicht doe de trap naar boven.
Zijn taak is volbracht: hij heeft ons gewaarschuwd en is gehoord. Hij draait
zich nog eens lekker om op zijn kussen. Gelijk heeft-ie.
uit de bundel Bezige Bu (2015)