Drie dagen voor aanvang
van de Ramadan. Bij een uitvalshoek langs de snelweg heeft iemand een
aanhangwagen vol ouwe meuk uit zijn garage in de berm geflikkerd. Ik kan het
niet netter stellen. Terwijl wij onze hoofden schudden over zulk asociaal
gedrag, vangt Skip een luchtje op. Op de hei wordt Skip van de lijn bevrijd.
Hij is meteen op dreef. Dit is sterker dan konijn, vos of ree. Knorrepotjes
komen in dit gebied niet voor. Voor de veiligheid treed ik in zijn voetsporen. Zijn neus
leidt ons naar twee plakken verderop. Tollende buizerds en kraaien. Het gonzen
van een vliegenvloot. Tussen plantaardig groen ligt vlees in staat van ontbinding. Een vakkundig
geslacht en gevild schaap gereduceerd tot drie poten, vacht, vel en ingewanden
waar zich al bosdieren aan te goed hebben gedaan. De romp en de kop (een
delicatesse schijnt) zijn meegenomen. Amper kon ik een wenteling van Skip
verijdelen.
Om te voorkomen dat er
verkeerde informatie naar buiten lekt (honden zijn al eens eerder onschuldig
beticht), maken we foto’s waarop duidelijk te zien is dat het hier gaat om een
door mensenhanden om het leven gebracht dier. We geven het door aan een gemeentelijke
zwerfvuilophaler die toevallig met zijn gele vuilniswagen verdekt staat
opgesteld in een doodlopend paadje; hij zal het doorgeven aan zijn baas. En we
verspreiden wat we met eigen ogen gezien hebben onder zoveel mogelijk
wandelaars. Mocht de herder zoals eerder* met droge ogen in de media verklaren
dat zijn kudde is aangevallen door honden, dan zijn we hopelijk een hoax voor.
*We deden al eens
eerdere gruwelijke vondsten rond de vastenmaand: een afgesneden schapenkop en
niet voor menselijke consumptie geschikt afval in een grijze vuilniszak in een
voormalige schuttersput, en blubberig overschot met wol van een arm schaap
gedumpt bij de hangar.
uit de bundel Bezige Bu (2015)