In onze gemeente worden hoofdzakelijk schapen ingezet om het openbaar groen natuurvriendelijk te onderhouden. Langs paden en wegen worden mobiele omheiningen van gevlochten (stroom)draad geplaatst. Binnen deze netten kunnen de schapen veilig grazen. Op een broeierige middag staan de ooien in de berm langs het pad waar we altijd lopen. De herder bleek met zijn kudde aan de wandel. Aangezien Skip schapen faliekant negeert, verwachtte ik geen problemen. Alvorens we aan de omvangrijke kudde voorbij moesten, snelde Skip er schichtig en met een grote boog omheen. Het waren aanzienlijk veel wollige dames!
Ik stuurde
hem, al roepende, richting de ingang van een nabij gelegen wei. Hier was een
waadplaats ontstaan door de overvloedige regen van de afgelopen tijd. Daar zou
hij zijn dorst kunnen lessen. Naast de toegangspoort stonden nou zwarte
kunststoffen cementkuipen die dienst deden als drinkwatervoorziening voor de
schapen. Helaas zag Skip de verplaatsbare afrastering niet. Terwijl hij
vooroverboog om te drinken, bleef zijn kruin in het oranje net waar stroom op
stond, steken. Hij gaf een ontiegelijk hoge gil, raakte in een
stroomversnelling en hinkte met verkrampte poten in blinde paniek naar een
flink eind verderop waar hij kermend tegen een bakstenen muur bleef liggen. Het
leek wel of er in plaats van zwakstroom, 220V op stond. Ik ben naderhand
teruggegaan en heb de herder erover aangesproken en heb tevens zelf aan de
draad gevoeld; meer dan een onaangename schok kreeg ik niet. Een hond moet dit
anders en als zeer pijnlijk ervaren, want Skip is niet gauw uit het veld
geslagen.
Enfin, zolang de dekbedjes er nog graasden, wilde Skip pertinent niet meer die kant uit. Zodra hij ze rook, zette hij de handrem erop. Dit werkte zo niet. Ik heb eerst afgewacht tot zij ergens anders gestald werden. Daarna met een heftig tegenstribbelende hond aan de lijn, geprobeerd langs de achtergebleven stroomloze draad te lopen. Geen gezeur en niets aan de hand: je bent toch een flinke Vikinghond! Ik pakte de draad steeds vast om te laten zien dat het veilig is. Het heeft zeker anderhalve maand geduurd, voordat het voorval compleet uit zijn systeem verdween en hij er weer op zijn gemak liep.
Onverwacht bleek de schokkende ervaring van Skip een pluspunt. Toen hij onlangs blindelings achter een haas aan schoot - die uit angst de weg overstak - heb ik zijn gil ‘AUWWAUWWAUW’ nagebootst en als noodkreet geschreeuwd. Het werkte! Hij kwam abrupt tot stilstand en draaide zich direct om en rende met haastige spoed naar me toe. Ik had mezelf intussen met een van schijnpijn vertrokken gezicht en quasi kreunend, theatraal op de grond geworpen. Skip ging naast me zitten en likte toegewijd mijn gezicht. Ik stamelde brav hund en krabbelde, zogenaamd dankzij zijn reddingsactie, weer overeind. Ook de angsthaas ontsnapte die dag ternauwernood al zigzaggend tussen het rijdende verkeer door. Ik besef terdege dat we die dag allemaal het haasje hadden kunnen zijn.
uit de dikke pil: Skipkluifjes