Potdichte
mist. De schapen herkauwen liggend in het afgegraasde en vol gepoepte weiland.
Sommige zijn achterop blauw, andere geel; gemerkt door bedrijvige rammen. De
gekleurden weten het niet, maar bezwangerd mogen zij door naar de volgende
ronde. De ingehuurde herder rijdt met zijn ute over het zompige voetpad naar de kudde
toe, diepe groeven achterlatend. Fluks komen alle dames eensgezind overeind en
rijten dun gezaaid verlept zuringblad aan flarden of doen alsof. Ze grazen
alsof hun leven ervan af hangt. Linken zij de bonte schandvlekken aan de
arbeidsvoorwaarden: wie niet hard genoeg doorvreet, vliegt eruit?
uit de dikke pil: Skipkluifjes