Zolang het ’s morgens
fris is, frisbeeën we. Skip vliegt alle kanten op en maakt de mooiste
salto’s. De frisbee zwiep ik richting een, wat ik aanneem, glooiend heuveltje
is. Skip scheert in blind vertrouwen achter de frisbee aan het hellinkje op.
Plots stort hij naar beneden. We houden ons hart vast en wachten. Geen Skip.
Als we eindelijk om de hoek durven kijken, zien we een ietwat beduusde Skip op
vier poten. De helling blijkt een oud bouwsel dat aan de achterzijde gestut is
en loodrecht stopt. Mijn blunder loopt met een sisser af, oef. Sterker nog, op
de terugweg rent Skip zelf het plateau van het te hoge heuveltje op om er
opnieuw af te buitelen. Het is zijn manier om mij gerust te stellen dat er niks
aan de hond is.
uit de dikke pil: Skipkluifjes