Deemstering.
De wilde tuin is een lusthof voor tjilpers, wormenpikkers, pruttelende putters
en gorgelende imitators. Morellenmerels bezorgen ons telkens een overslaande
hartslag door het serredak met pitten te bekogelen. Foeragerende zwaluwen hoog
in de lucht. Twee razen als torpedojagers boven de kornoelje en flippen als een
DNA streng. Aanzwellend gegons van schommels van hommels met gele en oranje
korfjes aan de kromme pootjes tussen het hardhout van de veranda. Torenkraaien
tokkelen op obsolete schoorsteenpijpen. Doffers kuisen hun verenpak op de nok
van ons huis. Slaapverwekkende kakofonie, volgens Skip. Hij knikt
welterusten.
uit de dikke pil: Skipkluifjes