Vogels horen erbij, maar ik smelt bij beestjes met bont. Toch genieten Skip en ik waanzinnig van het neergestreken tuinvogelfestival. Voor de fluiters is het een feest met volop fruit, wormen en nectar. Op zonnige zomerdagen is er van circa 5.00 tot 21.30 uur een doorlopend zangconcours van hemelse akkoorden. Het gevederde aanbod van voorstellingen bestaat onder andere uit buitelaars, snelheidsduivels en stuntvliegers. De tijd vliegt als je plezier hebt. Vroege vogels zijn voor de poes is een gevleugelde uitdrukking, daarom haken Skip en ik in de namiddag in.
De nog
bruine merel die, koud uit het ei, al bij ons wilde wonen, stelt alles in het
werk om zich te onderscheiden. Terwijl de andere hoogslapers kunst- en
vliegwerkshows ten beste geven, haalt hij in de piste de gekste fratsen uit om
op te vallen. We noemen renmerel naar zijn
tegenhanger roadrunner (renkoekoek)
én omdat hij vertikt te vliegen. Renmerel houdt wedstrijdjes met zichzelf op
het gras, doet silly walks, test de Treibbal, krabt zich als een hond achter de
oren, en gaat met jeugdige overmoed mooi zitten voor Skip. Skip die net zo min
voor veerwild valt, meent dat hij in het ootje genomen wordt. Renmerel heeft
flair, maar hem als protegé onder zijn vleugels nemen om er een huishond van te
maken? Dat nooit!
uit de dikke pil: Skipkluifjes