Eigenlijk een doodgewone doordeweekse dag maar het is de eerste dag van een nieuw jaar. Skip en ik lopen door verlaten straten richting de rivier. Zo nu en dan niest hij als er een vlaag nog niet opgetrokken kruitdampen langs zijn gevoelige neus trekt. Hier en daar treffen we de achtergebleven resten van de oudejaarsnacht aan. Ik moet goed opletten dat tussen de rommel van verschaalde bierglazen en lege champagneflessen - met daarin achtergebleven vuurpijlhulzen - geen verdwaalde half opgegeten oliebollen liggen die Skip zal beschouwen als een niet te versmaden voorproefje op zijn ontbijt.
Ik houd van de stilte en verlatenheid op zo’n morgen. Met ons is alleen de zon wakker. De rest van de wereld slaapt zijn roes uit: behalve de 1001 pimpelmezen met hun hoge trillende zang die in de rietvelden druk in de weer zijn om zich te goed te doen aan zaden en bessen.
Aan de overkant van het water hoor ik de tonen van een klassiek concert. Wonderlijk, want daar ligt een ondoordringbaar moerassig gebied waar behalve de oerossen zelden iemand komt. Even later vang ik tussen de grote grazers een glimp op van een fluitist. De runderen staan dicht bij elkaar geboeid te luisteren. Speelt hij speciaal voor hen?
Ik verbeeld me dat de ‘koeienfluisteraar’ in een middeleeuws kostuum à la Robin Hood is gekleed. Samen met de bevroren silhouetten van de struiken en de boomtoppen waar nog een enkel goudkleurig blaadje aan bengelt, is alles authentiek: geen storende elementen zoals hedendaagse bebording, zendmasten of reclamezuilen vervuilen mijn blik. Zo heeft het er ooit uitgezien. Het levert een idyllisch plaatje op uit lang vervlogen tijden.
Zelfs Skip blijft staan en kijkt me aan. Hij lijkt, net als ik, geroerd door dit pastorale beeld met de - door het water gedragen - ijle klanken die zo dichtbij lijken. Ik krijg een beetje een zweverig gevoel. Het landschap straalt kalmte uit. Zou men dit bedoelen met therapeutisch wandelen?
Ik pluk het moment en probeer het gevoel van deze bijzondere winterse dag vast te houden. Wat missen uitslapers of mensen zonder hond toch veel. Al mijmerend neem ik mijn goede voornemens onder de loep.
Wanneer ik omhoog kijk,
ben ik plots weer in de tegenwoordige tijd. In de lucht zorgen de vele
horizontale en verticale strepen achtergelaten door vliegtuigen voor een
rasterpatroon. De fluitist, de hond en ik blijken toch niet de enigen die al
onderweg zijn.
uit de bundel: Hij doet niks door Cela den Biesen (2009)