De wereld is verstild in de mist. Voor het eerst dit jaar heeft het flink gevroren. De vorst heeft een dunne witte deken over de natuur gelegd. In het weiland zijn her en der bevroren mini-eilandjes ontstaan. Op de overgebleven waterplasjes heerst een drukte van jewelste. Vogels van diverse pluimage foerageren hier in de vroege ochtend. Verderop volgen Skip en ik het smalle pad op de dijk. De waterstand van de rivier is erg hoog en de lage begroeiing staat onder water. Volgeladen vrachtschepen zorgen er voor dat het rivierwater tegen de kant kabbelt. Een lege petfles voorzien van een Belgisch etiket dobbert eenzaam rond.
Onderwijl is de nevel opgetrokken. We horen onophoudelijk indringende fluittonen. Skip rent continu tegen de dijk omhoog in de veronderstelling dat ik hem fluit - wat niet zo is. Op een gegeven moment kijkt hij me verstoord aan. Waarom fluit ik hem toch steeds? Ik vertel Skip dat het fluitende vogels moeten zijn. We turen samen naar de kale boomtoppen zonder vogels. Skip blijft me argwanend in de gaten houden en lijkt niet overtuigd van mijn uitleg.
Als geroepen nadert een groepje ornithologen. Je herkent deze uitvergrote tuinkabouters - weliswaar zonder (punt)muts - niet alleen aan hun verrekijker maar tevens aan hun ringbaardje en stoere kledij in schutkleur. Voor vogelspotters is het nu inderdaad een waar paradijs. Ik besluit de vraag te stellen. Weten zij welke vreemde vogels het voetbalfluitje imiteren? Ik ben allerminst verbaasd door hun enorme kennis als zij eensgezind in koor roepen: ‘Dat is de wintertaling.’ Waar ik steeds omhoog keek, had ik juist naar beneden moeten kijken. Inderdaad zie ik nu tussen de takken van de wilgenstruiken die net boven het water uitsteken, talloze exemplaren van deze kleine wendbare eend.
Skip lijkt mijn gedachten te delen en denkt wat een rare vogels. Maar wie bedoelt hij nou? De vogels die eenden blijken te zijn of de pietjeskijkers? Wat deze laatste betreft: ik zou best willen weten waarom zij allemaal zo’n identiek uiterlijk hebben. Komt het door hun lange verblijf in de natuur dat ze dezelfde gedekte natureltinten vanzelfsprekend overnemen? En dient de baard als vermomming of is het vanwege de warmte. Zou het onbewust iets met een vogelnestje van doen hebben? Allicht durf ik dat helemaal niet te vragen en bedank ze hartelijk voor hun hulp. Het vogelmysterie is opgelost. Fluitend loop ik door. En Skip … die gelooft het verder wel.
uit de bundel: Hij doet niks door Cela den Biesen (2009)