Skip die
doorgaans zo’n 10 meter recht vooruit zwemt, zwenkt nu onmiddellijk naar rechts
af. Zet hij koers richting Londen? Nee, Skip zwemt richting het visstekkie dat
allang uit mijn gedachten verdwenen was. Híj was het niet vergeten. Honderd
meter verder stapt onze waterrat aan wal. Hadden we hem getimed, dan weet ik
zeker dat hij het Olympisch record voor de hondjesslag (die bestaat echt)
verbeterd had. We zagen hem, hengelend om een gulle gave, naast de nijdige
visser staan. Een trap kon hij krijgen! De visser haalde met een been uit naar
Skip. Die dook er behendig onderdoor, pikte gauw het half opgegeten goudgele
broodje dat op de zitting van het visstoeltje lag en rende er triomfantelijk
mee heen. Dat noemt men nou: gaan voor goud.
uit de bundel: Kluif (2013) door Cela den Biesen