Outdoorkleding is een kwestie van
alles bij de hand te hebben wat onderweg enigszins praktisch zou zijn plus een
manier om jezelf te beschermen tegen weersinvloeden. Het is allesbehalve een daad
van zelfexpressie of bedoeld styling statement. Dit jaar had ik het plan
opgevat op me wat schoner te kleden tijdens de hondenuitjes. Het was bitterkoud
op winterse dagen en ik pakte me degelijk in. De onophoudelijke regen in het
voorjaar deed me in het onflatteuze doch efficiënte regenpak hijsen. Hoopvol
kocht ik in het vroege voorjaar twee kordate doch elegante zomerse rokjes. Ze
hingen doelloos in de garderobekast te wachten op betere tijden.
Het was zover. De dag dommelde geleidelijk in en ik vatte het plan op om in de wijk te flaneren met mijn rokje. Skip vloog van straathoek naar balkon naar struikgewas. Waarachtig overal lagen soezende poezenbeesten in de late avondzon sluimerend op de loer. Mijn arm werd aldoor meegesleurd. Vanwege het late tijdstip waren de uiterwaarden met hun uitstalling van verheven groen voorheen geen optie, maar Skip kreeg zodoende toch zijn zin.
Op het smalle struinpad schampten brandnetels, bekrasten
distels, en kietelde hoog gras mijn kwetsbare blote benen. Ik moest meteen
denken aan de geregisseerde opmerking die Maxima tijdens haar televisiedebuut
maakte tegen haar prins: ’Dat was een beetje dom.’ En begreep weer waarom ik de
uitlaatbroek van onverwoestbaar denim zo koesterde. Skip mocht zijn verhitte
body tijdens een letterlijk schitterende zonsondergang
in de branding dippen. In het katerlicht kuierden we kalmpjes over het zand naar
huis. Daar depte ik mijn brandende benen met azijn en bepoederde ze toegewijd met
menthol.
uit de bundel: Kluif (2013) door Cela den Biesen