De elf weken
jonge Byker had thuis te kennen gegeven dat ze graag tuiniert. Enthousiast was
ze met de kamerplanten aan de slag gegaan. Na die helse klus, had ze laten
merken dat ze haar pluche konijn de baas kon. Werd het niet eens tijd voor het
echte werk: een heuse expeditie in het Wilde Dierenrijk? M. leek het een
beter plan om eerst maar eens met de tamme dieren te beginnen voordat ze op
safari gaan. Het bleek een uitstekend idee, want tijdens hun bezoek aan het
mini-dierenpark leken veel dieren toch een ietsepietsie groter dan gedacht.
De eenden vielen in de smaak omdat er
onmiddellijke herkenning was met de badeendjes die thuis in de badkuip
ronddobberen. Leerzaam was dat de kleurrijke Kabouter
Spillebeenpaddenstoelen, bijna net zo hoog als zij, wel veilig zijn. De
wit-met-rode-stippen staan stil en willen je geen kusjes geven.
In het binnengebouw maakte Byker kennis
met konijnen. Die vond ze erg lief en ze roken zo lekker. Jammer dat er draad
tussen hen in zat. Ze had best met de gevaarlijke Vlaamse
leeuw - oh, is het een reus? - willen knuffelen. Dan
richting stal waar ze opgetild werd om te neuzen met de schapen en koeien.
Geschrokken deinsde ze terug, toen een nieuwsgierige koe opdringerig haar natte
neus ter kennismaking in haar snoet duwde. Ze herstelde snel met een houding
van: wacht maar tot ik groter ben.
Byker, zelf voorzien van een permanente
koeienprint, werd onderdeel van de attracties. Ze trok de aandacht van een
wijzende peuter die op stampvoetende toon tegen zijn mama zei: ‘Ik wil dat
babykoetje aaien! De schrik zat er nu pas echt in: had de koe afgegeven? Hup
naar huis! In de eigen vertrouwde en veilige omgeving kon de stoere pup zich,
toen er oude koeien uit de sloot werden gehaald, van het hele voorval NIETS
meer herinneren. Beekse Bergen here we come!