Zomer in april. Verrukkelijk getuinklust. Het is al voorbij wandeltijd wanneer ik de
ingedommelde Skip die meegeholpen had, onder de lampionplant wakker maak. Ik
kleed me niet meer om, dan wordt het nog later. We slabakken wat langs de
rivier als de Koninklijke sloep voorbij vaart. Zal je net zien, loop je die ene
keer in je werkkloffie komt de koning langs. Ik zwaai naar de glanzende boot
met op de steven in sierlijke krullen ‘Willie’. Skip gaat op zijn mooist in de
houding staan. Boegbeeld Willie wuift terug.
uit de bundel Bezige Bu (2015)