De
keuterboer weet feilloos wanneer het drie dagen aaneengeschakeld droog blijft.
De landbouwmachine vertrekt met hels kabaal. De geur van vers gemaaid gras. Aan
de overzijde van het landweggetje gluren de gemakzuchtige koeiendames, door ons
Clara en Mathilda gedoopt, verlangend naar de sappige slierten groen. We gunnen
ze ook wat en vegen het frisse groen bijeen. Uitgestoken, ruwe spitse tongen
nemen met één struise haal de aangeboden ruikers tot zich. Skip vindt die
wuivende pompons wel aanlokkelijk.
W. werpt zich een tijdlang op als cheerleader. Ernaar springen en happen is erg vermoeiend. Ik schop met mijn voeten in de keurige regels gras van links naar rechts (kiddes). Skip onderschept als een keeper en schudt prooi met het gevangen gras. Het her en der verspreide gras verzamelen we op het laatst voor de koeien. We hadden mazzel dat het gras vers en sappig was. Morgen kan dit inspannende spelletje niet meer gespeeld worden: de ingedroogde scherpe spieren zouden dan in zijn bek snijden.
uit de bundel Bezige Bu (2015)