Opgeschoten jochies, de
zakken goed gevuld, zwalken de hele dag op straat. Zij hebben de tijd van hun
leven: knal, boem, pats. Dieren slaan massaal op de vlucht: katten verschuilen
zich in kelders, menige hond durft niet naar buiten en wacht bibberend op
rustigere tijden, ganzen verzamelen zich in de lucht en gakken verwilderd. Bij
elke knal verandert de kolkende zwerm opgeschrikt van richting.
Skip trekt zich er niets
van aan. Zelfs tijdens de laatste avondwandeling van het voorbije jaar deren de
aan wierook denkende stank en de decibellen die buiten alle proporties zijn hem
niet. Thuis gooit hij zich op zijn rug op bed. Een voorpoot steekt in de lucht,
de ander even vertwijfeld in zijn bek. Want is het nou spel of oorlog? En hoe
lang gaat dit ‘feest’ nog duren? Moet hij er iets van vinden? Wordt er van hem
actie verwacht of juist niet? Overmand door zoveel verwarrende vragen valt hij
in slaap. Als hij ontwaakt is het nieuwe jaar in volledige stilte wakker gekust
door een stralende zon. Een goed begin.