maandag 30 mei 2022

OUD EN TOCH NIEUW

 halverwege december

Halverwege december. Ik ontwaak door een pompend koolmeesje. Het is net opgehouden met regenen. Buiten lonkt een blakende dag. Als ik de wagen met de sleutel op slot knip, stiefelt Skip al richting een kale akker dat een hortje ten zuiden van het natuurgebied ligt. Oké, change of plan, dan nemen we niet de slingerweg die verzandt in het bospad. Een goedgemutste Skip loopt naast me. Ik zink bij elke stap weg in de mulle zwarte grond. Ondoenlijk. We klimmen over het talud, springen slootje, steken de weg over, temmen struiken, nemen het paardenpad en komen halverwege in het bos uit. Op zonnige plekken treffen we wolken dansende muggen. Avontuurlijk als we zijn waden we tussen dorre graspollen, halsstarrig onkruid en buigen we voor kale berken en lariksen. Voor Skip lijkt alles nieuw. Pas als we op het pad naar het eindpoortje lopen, ontdekt hij dat we de hele tijd op bekend terrein waren. Omdat we omgekeerde het gebied hadden betreden, was hem de context compleet ontgaan.

uit de bundel Bezige Bu (2015)

BIFI

In het park wandelen twee gezinnen, begindertigers, met hun drie goed gevulde teckels. Als de logste éminence grise van hen afdwaalt, sommee...