Het talud
speelde een hoofdrol. Via het zebrapad, het plantsoen, de singel en het talud,
moeten we in de uiterwaarden waar Skip het liefst muist, belanden. Skip moest
nodig. Het dilemma: poep ik in het openbaar groen waar het vrouwtje de hoop
opruimt, hetgeen een omweg naar de afvalbak betekent, of … houd ik vol en knijp
ik af tot ik in het weiland ben afgezakt. Het was geen weloverwogen keuze van
Skip om een grote boodschap als achter te laten op de dijk. Door een
muizensprong floepte de keutel er spontaan uit. Skip staarde het omlaag rollende
drolletje dat eerder op de plek van bestemming was dan hij, wezenloos na. Skip werd
afgeleid door geritsel in het knisterende berijpte gras. Oponthoud tegen de met
muizengaatjes geperforeerde helling. Drie door de kou traag bewegende muizen
verhuisden naar Skips warme en nu weer gevulde buik. Buitendijks zijn we niet meer geweest.
uit de bundel Bezige Bu (2015)