Elk voorjaar hetzelfde
liedje: klussen en kluiven. De vroege ochtendzon en de merels kwinkeleren ons uit bed. Ik zet de
deur naar de tuin wagenwijd open en leg Skips matrasje op het vochtige gras.
Hij gaat erlangs liggen met de bullenpees gelukzalig in de bek. Natuurlijk. Met
de opgekrulde bladeren bezem ik de winter weg. Het tuinseizoen is hierbij voor
geopend verklaard.
Lekker bezig. Skip houdt
van bedrijvigheid en volgt, kauwend op de inmiddels geweekte bullenpees, onze
activiteiten. De baas trekt de kluskleren aan. Ik lap de ramen. Pas gewassen
ruiten sorteren eenzelfde effect als de regendans. Maart roert zijn staart. Een
likje lente hebben we vast mogen proeven.
uit de bundel Bezige Bu (2015)