Afgelopen week
passeerden we elke dag het heideveld waar Skip vroeger nooit uit weg te slaan
was. Nu taalt hij er niet naar. Op het moment dat ik ervan uitga dat zijn hunting
days voorbij zijn, gaat hij in de vijfde versnelling. Een eenzaam konijn op
het pad. Ineens herinnerde Skip zich weer hoe leuk die hoogtijdagen waren. ‘Yip
yip’, klinkt het gedempt. We genieten met hem mee als hij golvend over de heide
swingt. Na tien minuten komt hij terug gesloft. Hij heeft wallen onder
zijn ogen en is kapot. Thuis jaagt hij zijn dromen met de poten in de lucht na. ‘Yip, yip’, klinkt
het in alle toonhoogtes zeker een half uur. Verrekte slim, Skip. In je dromen
rennen is net zo spannend, maar minder vermoeiend.
uit de dikke pil: Skipkluifjes