We bewandelen het slingerpad op de zonnige heide waar honden niet los mogen. Skip loopt los; niemand pakt hem en ons dat onmisbare plezier af. Het is geen broedseizoen, het wild is grotendeels in de pan belandt, er lopen geen landbouwdieren rond en voor een welvoorziene zeldzame flora is de plek te gewoontjes. Ik zou geen reden kunnen bedenken waarom honden er zo’n status aparte hebben. Kennelijk bestaat de maatregel OMDAT HET KAN. Als we er zijn, kijken we meestal goed uit onze doppen. Hoe groot is de pakkans nou eenmaal?
De hazelaar bloeit vroeg dit jaar en meermaals moet ik mijn geïrriteerde ogen uitwrijven. Skip heupwiegt in het veld 100 meter evenwijdig met ons mee. Te laat zie ik de terreinwagen van de beheerder voorbij de hoek opdoemen. Skip bevindt zich in het open veld: je zou hem zo kunnen aanzien voor een wilde wolf. In een split second moeten we beslissen wat we doen. Richting hond én vermaledijde auto, of strategisch het een bospaadje inschieten waar de 4x4 ons niet kan achtervolgen? We kiezen voor scenario twee.
Je gokt altijd fout als
je tegen de regels zondigt. De wagen koerst naar Skip. De bestuurder stapt uit
en tracht zijn aandacht te trekken. Maar zoals wij weten laat Skip zich door
niets of niemand van zijn bezigheden weerhouden, en vangen laat hij zich al
helemaal niet. De beheerder stapt weer in en probeert achteruitrijdend Skip in
het nauw te drijven. Skip maakt een ommezwaai. De wagen schakelt in de vooruit.
Zo gaat het een paar keer. Skip ziet in het uitdagende rijgedrag een leuk
kat-en-muisspelletje. Ik niet, want vanuit zijn hoge zitplaats kan de
bestuurder mijn hond onmogelijk zien. Wie telt erop dat de beheerder (je mag verwachten:
een dierenliefhebber) op een hond gaat inrijden? Ik fluit en Skip komt naar ons
toe met in zijn kielzog de terreinwagen. De beheerder not amused stapt
uit. Hij, een overactieve vakantiekracht, vond het niet sportief van ons dat
wij onze hond ‘achterlieten’ en hij ons achterna moest. Nou, noem een boete
krijgen voor zo iets onbenulligs maar onsportief. W. lijnt Skip aan, de man
staat in zijn recht dat kunnen we niet ontkennen. We ontspringen voor deze keer
de dans met de waarschuwing dat hij de volgende keer minder coulant is. De
ochtend erop sta ik bibberend van de kou in het donkere stukje woud waar honden
legaal los mogen, verlangend te kijken naar een grote lege zonovergoten
heide. Da’s pas zonde.
uit de dikke pil: Skipkluifjes