Vanwege het
jaarlijks terugkerende (hard)loopevenement is onze wijk hermetisch afgesloten.
Dat betekent: geen autoritje naar Skips favoriete bos. Ik besluit ’s middags
een pitstop te maken in het naburig parkje, dan kunnen we vroeg in de avond
alsnog naar het bos. Skip slaat het parkje over en trekt me naar de Maasoever.
Ben ik verrast? Nee. Eenmaal daar start hij met het omploegen van een oude
molshoop. Het is mooi weer, er is veel volk op de been, dus ik amuseer me al
wachtende. Als hij klaar is, wil hij meer, verder. Oké Skip, als je belooft om
een beetje door te lopen, dan doen we dat. Na honderd meter duikt Skip opnieuw
in een molshoop. Met een slappe doorzakhouding en een gezicht dat ‘oh nee hè,
verraadt, geef ik aan dat ik daar, zoals gezegd, geen zin in heb. Skip reageert
onmiddellijk gepikeerd: ik loop al door, hoor. Dat had ik nog nooit meegemaakt!
'Nou, nou,’ reageer ik giechelig, 'zo had ik het niet bedoeld, hoor. Maar wel
fijn dat we vooruit kunnen, jongen.'
uit de dikke pil: Skipkluifjes