Wegens drukte moeten we steeds vaker de auto een straat verderop parkeren. Het geeft Skip de kans om na de rit nog even de poten te strekken. Niks mis mee. De auto plant ik voor het pand dat voorheen een dierenartsenpraktijk huisvestte. Skip is er geen cliënt en heeft er geen associaties mee. Een terriër wel. Hij trekt zijn baasjes eraan voorbij. Er is hem daar vast iets onverkwikkelijks overkomen. De bull is onwetend van het feit dat zich op de hoek een nieuwe dierenarts gevestigd heeft. Argeloos steekt hij met zijn baasjes de weg over. Ha! Het is gelukt om weg te komen, hem kan niets meer gebeuren.
Visioenen
van vrolijkere praktijken doemen op als de assistente de deur van het hoekpand
opent. De hond snuift. Geen dierenwinkel, maar een herkenbaar
ontsmettingsmiddelluchtje. Erin geluisd! Hij weigert en steigert en kan niet
worden overgehaald om zelfstandig de wachtkamer te betreden. Er is geen
ontkomen aan als hij wordt opgetild en de deur achter hem in het slot valt. De gang
over de spiegelde tegelvlier naar de spreekruimte verloopt gladjes.