De zon en het lentelied van de merels trekt iedereen naar buiten. In onze bandeloze tuin worden we verwelkomd door de eerste twee citroenvlinders. Uitslovers die elkaar proberen af te troeven door steeds ingewikkeldere loopings te maken. Ze waarderen het dat we geen aangeharkt grondstuk hebben. De mussenclub doet retourtjes bamboe - kornoelje. Skip die in de weer is met zijn bullenpees, bekijkt het spektakel, maar onderneemt geen actie zoals het voorgaande voorjaar.
Later die middag wandelen we in een zonnig natuurgebied. Daar is het pas een rotzooitje. We schrikken er van. De goegemeente heeft bezit genomen van het natuurgebied dat er de gehele koudeperiode brandschoon bij lag. Wat ons opvalt: één zonnige dag en werkelijk OVERAL rommel. We vinden stapels onbezorgde reclamefolders, er is fikkie gestookt, afval her en der, opvallend veel lege verpakkingen van McDonald’s, lege flessen, wietzakjes, afgebroken takken en gedoofde kampvuurtjes, een halve inboedel, ter plekke tot scherven gegooide dakpannen. Een aangetroffen lege emmer nemen we mee om vuil in te verzamelen. Na één boslaan is de emmer al vol. Geen beginnen aan.
Ongelooflijk. Eén dag zomer en het natuurgebied is veranderd in een vuilstort. Daarmee is wat mij betreft het bewijs geleverd dat je beter hondenwandelaars die zich met de natuur verbonden voelen, kunt toelaten (in plaats van weren!) en die respect tonen voor alles wat groeit en bloeit, dan dagrecreanten die de natuur misbruiken voor hun eigen egoïstische reden.
Het is zo logisch dat je
niet begrijpt dat natuurbeschermers* dat nog steeds niet inzien. Honden en hun
eigenaars genieten praktisch elke dag van al dat moois en willen dat graag zo
houden in plaats van verstoren. Zij laten geen afval achter. Ergo men ruimt
zelfs vaak zwerfvuil op, omdat men niet wil dat honden en andere dieren
daardoor iets oplopen.