Het is
vroeg donker. Skip wil net zijn mand opzoeken als de bel gaat. De buurman, een
van d'Heeren, overhandigt een bakje met medaillons van wild zwijn. Ik laat het
aan Skip zien. Die grijpt zijn kans en graait gulzig in de bak. ‘Zo hebben we
het graag’, zegt buurman. ‘De andere helft bewaren we voor morgen’, beloof ik
Skip. Skip zit nog een uur kaarsrecht kwijlend voor de koelkast, voordat hij
mijn toezegging voor waar aanneemt en opgeeft. De volgende morgen had Skip weer
zwijn.
uit de dikke pil: Skipkluifjes