droog oefenen met een pluche konijn |
Op een bewolkte morgen in juni kregen we onderweg al snel gezelschap van een bazinnetje met haar hondjes: twee raszuivere en een geadopteerd zwervertje. Ze vertelde dat er weer hazen waren gespot. Haar hondjes hadden geprobeerd de haas na te jagen. Een hondje pakte de linkerbocht en de andere de rechterbocht. Ze waren zo vurig in het spel opgegaan dat ze niet hadden bemerkt dat ze in een cirkel naar elkaar toe renden. De haas maakte hier handig gebruikt van en sprong, terwijl de twee kleine jagertjes pardoes tegen elkaar opbotsen, met een zelfbewuste boog over de twee heen. Bij het navertellen hadden ze er thuis nog plezier aan beleefd.
Ik vertelde dat wij hier inderdaad de laatste tijd geen hazen waren tegen gekomen en dat we op zouden letten. Zowel voor de langoor als voor de hond kan dit opwindend spel onschuldig vermaak zijn. Maar deze landerijen grenzen aan een drukke verkeersweg en zijn niet geschikt voor snelheidsdemonstraties.
Onze struikrover die normaal gesproken overal en nergens is, loopt deze keer met intens gespitste oren, hevig geïnteresseerd langs me. Even later voegen zijn jachtvriendjes - Cruzer en Byker - zich bij ons groepje. In een mum van tijd stuiven ze gedrieën het veld door. De grashalmen staan zo hoog dat we alleen aan de golvende bewegingen en de stuifmeelwolken kunnen zien waar ze zich bevinden. Het parcours laat zigzaggende bewegingen zien; typerend voor haastig gedrag.
Na een half uur zijn de vriendjes het spoor bijster en geven totaal uitgeput op. Waarschijnlijk ligt de haas al lang in zijn leger, met zijn neus tegen de wind, zich vergenoegd te verkneukelen omdat hij de honden heeft afgetroefd. Thuisgekomen dommelt Skip meteen in. Het is vast een hazenslaapje. Terwijl hij mogelijk droomt hoe een koe dan een haas vangt peuter ik de ontelbare grasaartjes uit zijn dichte vacht.
uit de bundel: Hij doet niks door Cela den Biesen (2009)