Skip is een heel eind achter gebleven. Ik zie hem verwoed proberen om die vervelende plakdingen tussen zijn voetkussentjes vandaan te halen. Ik loop zijn richting uit. Op de gehoorzaamheidscursus heb je immers geleerd dat je de hond nooit voorop moest laten lopen maar altijd achter je, omdat jij de leider bent. Ik vond en vind het maar lastig. Ik heb liever dat Skip voor me loopt, zodat ik kan zien wat hij allemaal uitspookt. Of net als nu, dat ik tijdig het lijdend voorwerp had kunnen verlossen, voordat hij zijn hele vacht onder smeert.
Naarstig tussen zijn tenen bijtend blijven enkele plakkertjes nu hardnekkig op zijn snuit kleven. Tevergeefs probeert hij ze met zijn voorpoten weg te vegen, waardoor een gedeelte nu weer op zijn voeten zit. Ik pluk er voorzichtig een paar af en neem desondanks toch wat haren mee. Au! Hij loopt weg en wrijft zijn snuit en schouder over het vochtige gras.
Als ik merk dat het harsachtige spul eenvoudig van een natte vacht afglijdt, wijs ik richting het water. Omdat ik tussen hem en de oever sta, komt hij niet in beweging. Skip meent immers dat hij niet vóór mij mag lopen. Ik gooi een kiezeltje in de richting van het water waar hij achteraan rent, mij voorbij. Op zo’n moment moet ik allerlei slinkse pogingen ondernemen om hem ‘leidend' voorwerp te maken. Hij, op zijn beurt, verzint steeds verschillende manieren om weer hekkensluiter te worden zoals een tijdrovend en diepgaand onderzoek van een graspolletje of heel geïnteresseerd naar een bepaald punt aan de horizon blijven kijken; waar mij niets vreemds aan opvalt.
Het koude water zorgt ervoor dat Skip gerieflijk van het ongewenste spul
wordt bevrijd. Ik lijn 'm aan,
waardoor hij naast me blijft lopen; dat mag volgens zijn grote hondenhandboek namelijk wel. Zo omzeilen we de bewuste
plekken en hoeft hij thuis alleen maar worden afgedroogd.