Eensklaps gluurde een bangelijke juffer stiekem vanachter de vitrage wie daar wel niet voor haar deur waren neergestreken. Ik zwaaide vrolijk naar haar, maar mijn vriendelijke groet werd niet beantwoord. Sterker nog, even later zagen we haar neus tussen de jaloezieën op de bovenverdieping steken. Je zou toch denken dat de mensen in een plaatsje, omringd door recreatieparken, toeristen gewend zijn. We kregen er steeds meer lol in en grinnikten als kinderen die iets ondeugends uithaalden. Wat een consternatie om een door hitte bevangen hondje.
Het werd nog curieuzer. Vermoedelijk was een bejaarde buurvrouw gealarmeerd om poolshoogte te nemen, want zij verscheen plotseling op de naastgelegen oprit om quasi haar brievenbus te inspecteren. Weer zwaaide ik opgewekt en kreeg zowaar een kort knikje terug, voordat zij met haastige tred verdween. Natuurlijk waren de bewoners te beschaafd om gewoon te komen vragen waarom wij daar zaten. Het hoofd van de zenuwachtige juffer verscheen, van tijd tot tijd, net boven de geknipte buxushaag. Zij kon ons zien zitten, maar zag over de hoge heg, vermoedelijk, onze hevig hijgende Skip niet liggen. We besloten te blijven en af te wachten wat hun volgende zet was.
Tweemaal reed stapvoets een terreinwagen van het type Patrol aan ons voorbij voordat we in de gaten hadden dat wij, ongewenste vreemdelingen, het doelwit waren. In de auto bevond zich waarschijnlijk de enige aanwezige viriele buurman. De pensionado werd ter zijde gestaan door zijn vervaarlijke viervoeter: een Pekingees van vergevorderde leeftijd die wantrouwend zijn keel door het geopende bestuurdersraampje schor blafte. Aan de man legden we vrijwillig de situatie uit. De man liet weten dat we opschudding in de buurt veroorzaakten. Nou ja! Het enige punt waar we schuldig aan konden worden bevonden, was dat we de aanpalende bewoners van hun dagelijkse middagdutje hadden beroofd, maar had de aftandse Pekingees hier niet het grootste aandeel in gehad?
Intussen was Skip door alle commotie maar vooral door het aanhoudende gekef, weer bij zijn
positieven gekomen. We besloten de buurtbewoners niet verder te plagen en
vertrokken. We hadden graag in het voorbijgaan, luid toeterend, afscheid
genomen, maar lieten dat begrijpelijkerwijs achterwege.