zondag 6 februari 2022

SUNCITY

icecream, I scream

De zon scheen genadeloos op onze bol. Er was geen zuchtje wind te bekennen in het pittoreske dorpje. Het zweet gutste uit elke porie en mijn huid was helemaal klam. Hoe moest Skip met zijn wollige bontjas zich wel niet voelen. Bij het parkeerhaventje was het meteen zonneklaar dat het voor onze poolhond te drukkend en benauwd was. We sjokten wat in de omgeving rond op zoek naar een sloot. Die was er wel, maar stond droog. We concludeerden dat het beter was om terug te gaan naar onze koele, met airconditioning uitgeruste auto. Op dat moment plantte Skip zich pardoes, onder een flinke, in bloei staande hortensia neer. Ons restte niets anders dan ons naast hem op het dorre gras te vlijen. Het chique laantje waar we ons bevonden werd omzoomd door oude platanen en lag aan de rand van een ruim opgezette villawijk uit de jaren zestig waar het naar kornoelje en oud geld rook. Op elk hekwerk zag je wel een verbleekt schildje met ‘pas op voor de hond’ of ‘attention au chien’ hangen, maar in de hele straat was geen hond te bekennen, behalve de onze dan.

Eensklaps gluurde een bangelijke juffer stiekem vanachter de vitrage wie daar wel niet voor haar deur waren neergestreken. Ik zwaaide vrolijk naar haar, maar mijn vriendelijke groet werd niet beantwoord. Sterker nog, even later zagen we haar neus tussen de jaloezieën op de bovenverdieping steken. Je zou toch denken dat de mensen in een plaatsje, omringd door recreatieparken, toeristen gewend zijn. We kregen er steeds meer lol in en grinnikten als kinderen die iets ondeugends uithaalden. Wat een consternatie om een door hitte bevangen hondje.

Het werd nog curieuzer. Vermoedelijk was een bejaarde buurvrouw gealarmeerd om poolshoogte te nemen, want zij verscheen plotseling op de naastgelegen oprit om quasi haar brievenbus te inspecteren. Weer zwaaide ik opgewekt en kreeg zowaar een kort knikje terug, voordat zij met haastige tred verdween. Natuurlijk waren de bewoners te beschaafd om gewoon te komen vragen waarom wij daar zaten. Het hoofd van de zenuwachtige juffer verscheen, van tijd tot tijd, net boven de geknipte buxushaag. Zij kon ons zien zitten, maar zag over de hoge heg, vermoedelijk, onze hevig hijgende Skip niet liggen. We besloten te blijven en af te wachten wat hun volgende zet was.

Tweemaal reed stapvoets een terreinwagen van het type Patrol aan ons voorbij voordat we in de gaten hadden dat wij, ongewenste vreemdelingen, het doelwit waren. In de auto bevond zich waarschijnlijk de enige aanwezige viriele buurman. De pensionado werd ter zijde gestaan door zijn vervaarlijke viervoeter: een Pekingees van vergevorderde leeftijd die wantrouwend zijn keel door het geopende bestuurdersraampje schor blafte. Aan de man legden we vrijwillig de situatie uit. De man liet weten dat we opschudding in de buurt veroorzaakten. Nou ja! Het enige punt waar we schuldig aan konden worden bevonden, was dat we de aanpalende bewoners van hun dagelijkse middagdutje hadden beroofd, maar had de aftandse Pekingees hier niet het grootste aandeel in gehad?

Intussen was Skip door alle commotie maar vooral door het aanhoudende gekef, weer bij zijn positieven gekomen. We besloten de buurtbewoners niet verder te plagen en vertrokken. We hadden graag in het voorbijgaan, luid toeterend, afscheid genomen, maar lieten dat begrijpelijkerwijs achterwege.

uit de bundel: Hij doet niks door Cela den Biesen (2009)

REMEMBER ME

  Op tweede kerstdag 9 jaar geleden moesten we afscheiden nemen van de meest bijzondere Buhund ooit, mijn heartdog, mijn partner-in-crème. H...