donderdag 10 februari 2022

WAT VERTELT DE SLAAPHOUDING VAN DE HOND JE?

 slaaphoudingen ligposities honden

Waar en hoe rust, droomt en slaapt een hond? Honden blijken soms de onmogelijkste plekken uit te kiezen en de gekste posities aan te nemen. Waarom de ene hondse huisgenoot genoegen neemt met de harde koele tegelvloer en de ander regeert vanaf het zachte pluche, blijft echter een raadsel. De markantste types hebben we op alfabetische volgorde gezet.

De amazone: ligt als een haas met langgerekte achterpoten elegant op een zij, de voorpoten dikwijls gestrekt of gekruist over elkaar.

De bedgenoot: zoekt geborgenheid onder de lakens en houdt van ingewikkeld. Ingebakerd is hij een gewaardeerde kruik. Dommelen in een aparte slaapzak vindt hij acceptabel.

De contactdoos: is een klassiek voorbeeld van een hond die graag de uitstekende onderlinge relatie wil bevestigen door dicht tegen een roedelgenoot aan te schurken.

De coole kikker: ligt als een warmbloedige kikvors met gespreide achterpoten op de grond ter afkoeling. Deze dartele houding wordt eveneens gesignaleerd bij pups en bij gecastreerde reuen waarvan voorheen het scrotum in de weg zat.

De couch potato: bankiert graag op de divan of loveseat, in aan- of afwezigheid van zijn baas.

De dromendaris: vouwt beide voorpootjes onder zijn borst op kameelachtige wijze. In deze zen houding mijmert en mediteert hij.

De dwarsligger: is een eigenwijs type die dwars op het smalste gedeelte van zijn hondenmand ligt om aan te geven dat hij een nog grotere maat wenst.

De filosofa: filosofeert op de daarvoor bestemde chaise longue over het hondenleven.

De hokker: de term suggereert dat de hond in gezelschap verkeert. De waarheid is anders; eenzaam verblijft hij buiten in zijn hok, comfortabel doorslapen is er voor deze waakhond nooit bij.

De holbewoner: heeft graag contact met modder nature. Een zelf gedolven hol of uitgegraven kuil genieten zijn voorkeur. Indien hij verplicht binnen vertoeft, camoufleert hij zich graag met overhoopgehaalde dekens.

De hoogslaper: houdt de wacht op de vensterbank of installeert zich strategisch op de rugleuning van de afgedankte canapé die daar speciaal voor hem is neergezet. De handdoek die als bescherming van de poenige designbank dient, hangt daar niet voor hem, is zijn stellige overtuiging.

Het kooidier: trekt zich graag terug in de bench. In de kamerkennel voelt hij zich veilig en beschermd. In de wasmand bivakkeren vindt hij een creatief alternatief.

Het kopstuk: verpoost zich in de meest ridicule houdingen zoals op de bank met afhangende kop of met een zwanenhals achterovergedrukt tegen een wand.

De koukleum: is meestal een senior die het op zijn heupen heeft. Prefereert vanwege gewrichtsklachten een orthopedisch waterbed en krijgt graag een dekentje voor het theatrale effect over hem heen gedrapeerd. Warmt zich genoeglijk al knikkebollend voor de open haard.

De kussebek: maakt steevast gebruik van een comfortabel kinkussentje in allerhande vormen voor een ergonomisch verantwoorde nek/rugstand.

De kussensloper: kan onmogelijk in slaap vallen als de vulling van zijn kussen onbekend is. De (kunst)sneeuwliefhebber zal tot op de bodem uitzoeken welk materiaal toch dat ritselende geluid veroorzaakt.

De langsligger: is altijd druk in de weer met het rommelen in zijn dekentje. Vervolgens gaat hij er steevast naast liggen. Heeft deze hond styling aspiraties en vertoont hij dit gedrag om van een afstandje zijn creatie bewonderen, begrijpt zijn baas hem niet, of is hij gewoon eigenwijs?

De leeuw: luie hond die zich ontspannen op de rug toont: de voorpoten omhoog in de lucht, de achterpoten wijdbeens. Wil hij op zijn buik geaaid worden of is hij gewoon relaxt en loom?

De mandenmaker: algemeen voorkomend soort. Prototype van een gemakkelijke hond die tevreden is met elke mandjesvariant, zelfs dat van de poes. Kleine aanpassingen zoals het verlagen - lees afbijten - van de (rieten) rand neemt hij voor eigen rekening.

De matrasbeschermer: heeft zijn plekje voor de nacht al geconfisqueerd voordat de baas überhaupt aanstalten maakte om de echtelijke sponde op te zoeken.

De schone slaapster: slaapt als een prinsesje in haar luxueuze popperige ledikantje en wordt incidenteel voorzien van een slaapmasker.

De schoothond: is vaak een dwingeland die enkel tot rust komt in de armen van zijn innig geliefde baas.

De snurker: luie hond die overal in slaap valt. Zelfs als zijn neus tegen de rand van de mand drukt, knort hij gewoon door. Het voortgebrachte geluid is tevens inherent aan bepaalde rassen waarbij ronken (jammer genoeg) vanzelfsprekend is.

De tapijtschuier: krabt veelvuldig, terwijl hij in de rondte draait, over de vloerbedekking alvorens hij op een totaal andere plek neerploft.

De tochthond: heeft een weelderige compacte vacht. Voor de noodzakelijke verkoeling stelt hij zich zelfs dienstbaar op: als afsluitstrip voor de luchtstroom onder een kierende deur.

De traploper: zoekt het hogerop. Hij hangt bij voorkeur op de uitkijk op de middelste tree die fungeert als kraaiennest van waaruit hij alles en iedereen in de gaten kan houden 

De twijfelaar: is onrustig en verplaatst zich regelmatig (zonder dat je het merkt). Waarschijnlijk heeft hij te veel mandjes, dekentjes, stretchers en bedjes tot zijn beschikking waardoor het onaandoenlijk is om een keuze te maken.

De voetzoeker: ligt eeuwig op of aan je voeten. Een controle freak die terdege beseft dat zijn baas zo geen stap zonder hem kan zetten.

Het vosje: verroert zijn gezellig opgerolde lijfje zelden en vlijt zijn staart ter isolatie over zijn neus.

De wervelwind: is een hebberd die van alles en nog wat mee naar zijn mand sleept en er vervolgens faliekant bovenop gaat liggen. Hij mist het vermogen om zelfstandig dit ongemak op te lossen. Rekent terecht op zijn bereidwillige baas die altijd te hulp schiet.

uit de bundel: Kluifjes door Cela den Biesen (2012)

REMEMBER ME

  Op tweede kerstdag 9 jaar geleden moesten we afscheiden nemen van de meest bijzondere Buhund ooit, mijn heartdog, mijn partner-in-crème. H...