We zijn op ons retour. Het
is waarachtig stil. De zon breekt door. De aanhoudende blazende wind geeft een
ferme duw in onze bezwete ruggen. Skips broek waait ongegeneerd
omhoog. Aan de linkerhand hossen drie jonge hazen in het veld. De rammelaren
boksen om bekende redenen met elkaar. De vermoeide Skip kijkt star naar rechts,
dan hoef je links niets te zien. Uit het niets haast een vossenwelpje zich pal
aan ons voorbij, naar huis. Met ingehouden adem blijven we allen staan totdat
het jong uit het zicht is verdwenen. Zelfs Skip roert zich niet.
uit de bundel: Kluif (2013) door Cela den Biesen