met dank aan buurman/kok Marcel eet Skip reerug |
Op het viaduct naar het hondenbos rijden
we voorzichtig voorbij aan een man plus ritsbek op de
rechterweghelft. Even later snuffelen onze drie rebellen nietsvermoedend tussen
plakkaten blauwe lupines in het grote veld. De Ridgeback die we eerder zagen,
heeft zich bij hen gevoegd. Dachten we. In een close-up ziet M. dat
de vermeende Ridgeback billen, hindedijtjes zijn.
Maar liefst twee reetjes verkeren
manhaftig als honden onder de honden in het hondenbos. Ze wanen zich onbespied.
We nemen geen enkele schrikreactie waar: dan moet je als kopschuw betiteld ree
toch wel heel zeker van je zaak zijn. Pas als de twee zich met opgetrokken
pootjes pogoënd uit de voeten maken, maken de honden aanstalten om het
geurspoor te volgen.
Zoals ze regulier plegen te doen, beginnen
ze bij het begin en achtervolgen ze pas later op zicht. Het spoor wordt
afgeraffeld als Skip voluit begint te snoeven. De Duitse damesreetjes die al
een flinke voorsprong oostwaarts hebben, worden door de honden tot aan de grens
nog voor de show geëscorteerd. Die zien we nooit meer terug, flitst het door
onze hoofden. Maar M. heeft eerder deze week met de honden een convenant*
gesloten. En succesvol, want op de derde fluittoon maken ze de ommezwaai en
keren terug. Een typisch staaltje van de wonderen zijn de wereld nog niet
uit. *Eén keer fluiten is attentie, twee keer fluiten is afronden en drie
keer fluiten is komen.
uit het boek: De rebellen maken er een bende van (2014)