We bezoeken elke morgen het hondenbos dat we recent hebben omgedoopt tot Fun Forest. De honden amuseren zich er top. En daar doen we het voor. Ze vliegen van het ene naar het andere perceel. Bij voorkeur achter vette konijnen aan. Dankzij de jachtbel die aan de halsband wordt gedragen, zijn ze te volgen. De verschillende oriëntatiepunten hebben van lieverlee elk een eigen benaming gekregen: het eekhoorntjesbos, de bosrand, konijnenveld, vak F, de long, die Heimat enzovoort.
Als het drietal aan de lijn zit, doen hun pootjes het acuut niet meer. De rituele weg naar de parking is er een van aanmoediging. Er wordt vaak in het gras gerold (dit zien wij als een teken van dankbaarheid: ze hadden het reuze naar hun zin gehad), geplast (daar was tot dan toe geen tijd voor ingeruimd) en getreuzeld met de neus in de lucht (we zijn daarginder nog niet geweest, zullen we daar nog even gaan kijken?) ‘Nee, hondjes-nooit-genoeg, we zeiden het net al: morgen is er weer een dag.’
uit het boek: De rebellen maken er een bende van (2014)