Ons inventieve trio heeft daar geen moeite mee. Ze vinden altijd een uitweg om hun ondeugendheid te botvieren. Ze concentreerden zich op een dichtbegroeide heuvel die ze nog nooit onderzocht hadden. Vrolijk rinkelden de drie belletjes (Skip moet de bel weer om) tussen het hoge groen. Om de aandacht af te leiden van zijn twee meiden, meldde Skip zich elke vijf minuten. De meldplicht hadden we in een gesprek onder vier ogen samen afgesproken – poot erop!
De twee Tinkerbells hoorden we niet
meer. Op onze vriendelijke vraag of ze zich wilden melden, lieten twee
onherkenbare kopjes zich zien. Door het graven in een hol zaten de bellen
verstopt met aarde en waren hun lijfjes gecamoufleerd als wilde zwijntjes. Zo
zouden ze weer ontraceerbaar zijn. We hadden net op tijd
geroepen voordat wederom een grote verdwijntruc zou plaatsvinden.
uit het boek: De rebellen maken er een bende van (2014)