Als je uitbundig rent en accelereert tijdens warm weer, krijg je
dorst. Voor de actieve Skip is 15° al warm. Gevolg: hij snakt onderweg naar
water. Daarvoor draag ik een gevulde waterfles bij me, die hij met tussenpozen
tot de laatste druppel leegt. Nemen we de route langs het water, dan kan hij
zich in de rivier verkwikken. Heeft het geregend, dan mag hij zich in het bos
aan de verse regenpoelen laven. Die zijn er dan plenty en op vaste plekken die
hij allemaal weet te lokaliseren. Want hij drinkt niet zomaar uit iedere plas.
Nee, hij stelt bepaalde eisen aan de kwaliteit van het drinkwater: niet te
troebel, harde ondergrond als bedding, geen takken en bladeren erin die het
water bitter maken, en de plas moet diep genoeg zijn om zijn tong te roeren en
wijds genoeg om tegelijkertijd je voeten in te koelen. Leuk detail is dat
vriendin Cruzer steevast in Skips favoriete drenkplaats een piessie doet, nadat
hij klaar is. Zo droogt de bron nooit op en wordt het water aangelengd met een
limonadesmaakje. Heel attent van d’r, toch.
uit het boek: De rebellen maken er een bende van (2014)