Twee sympathieke vriendinnen
zijn terug van hun Heimat Feriën. Als ze tijdens hun ochtendrondje
in het bos klokkende bellen horen, binden ze hun Ierse Wolfshond voor de
zekerheid vast. Hij toonde voorheen nul interesse in schapen, maar je kunt
beter voorzichtig zijn. Het lijkt hen dat er een omvangrijke kudde in aantocht
is. M. en ik gniffelen als we de aangelijnde hond van het stel zien. Weer twee
personen die zich laten misleiden door de bassende bellen van ons hondentrio.
Laatst was er een mevrouw die overtuigd was dat er een verdwaalde kat uit de
bosjes gered wilde worden.
In der Schweiz, in Ősterreich en
vermoedelijk ook in Zuid-Duitsland torst weidevee knapen van bellen om de nek.
Denkelijk alleen in de zomer voor de toerist. Bij ons hebben de heideschapen
geeneens een bel om. Nog helemaal in Heidi-sfeer waren de beide dames niet
bedacht op de klinkende bellen van onze rebellenbende. Ziegenpeter verdween
pas uit hun gedachten toen ze onze rebellen gehaast achter een konijn het pad
over zagen steken.
Schaterend bazelt een van hen terwijl ze
de springerige Yoni losmaakt: ‘Wisten we toch ook!’ M. en ik geven ruiterlijk
toe dat we dergelijke misverstanden nog steeds vermakelijk vinden. Op de
terugweg, Skip droeg weer zijn groene bolletjestrui*, associeerde een stel met
een Weimaraner de bellen met een vroege arrenslee bestuurd door de
Kerstman. *In het ruige grasland groeit de gewone agrimonie die Skips
vacht bespikkelt met boventallig veel felgroene vruchtjes. Ik mag ze uit de
vacht pulken.
uit het boek: De rebellen maken er een bende van (2014)