Het groen
in het Groenewoud is welhaast van exotische kwaliteit. De Swalm kronkelt door
een miniatuur Grand Canyon waar de metershoge rododendron bloeit in uitbundig
violet. Een eldorado voor ‘waterratten’. We waren met een hele club (Noordse)
honden. Het meanderende wilde riviertje zorgde voor een onbedoelde
survivaltocht, noem het maar gerust een ongewild hachelijk avontuur. Skip wordt
in gezelschap altijd een beetje overmoedig. Onbevreesd sprong hij omlaag het
sterk stromende water in: kijk eens wat ik durf! Hij werd meegesleurd en beleefde
enkele hachelijke minuten. Door de hoge waterstand lagen de zanderige beddingen
in de bochten tijdelijk verzonken. Skip was niet bedacht op de steile kanten
van het miniravijn en kon onmogelijk aan wal klimmen. Met uitpuilende ogen van
doodsangst, crawlde hij tegen de voortdurende maalstroom in. Nergens houvast en
de verdrinkingsdood nabij.
Wij waren
intussen een eindje verderop gelopen om te kijken waar we het best een
reddingsactie konden ondernemen. ‘Laat je maar meesleuren’, riep ik. Skip
vertrouwde op mij en kwam zo terecht op een eilandje wat in het midden lag.
Daar kon hij uitrusten. Intussen hadden wij een boomstam gevonden die we in het
riviertje konden leggen als buffer. Skip moest daarvoor wel weer het koude
klotsende water in en zich overgeven aan de woeste baren. Ik was benauwd dat
hij vanwege de kou kramp in zijn poten kreeg. Omdat hij een rattennest dat zich
net boven het wateroppervlak bevond rook, ging hij het kolkende water weer in.
Hij liet zich meevoeren tot daar waar wij klaarstonden met de lange boomstam om
zich aan vast te klampen. De reddingspoging lukte en de zichtbaar opgeluchte
drenkeling hees zich op en stapte in het stukje moeras dat voor de wallenkant
lag. Op het nippertje was deze penibele situatie beëindigd, zodat de baas geen
nat pak hoefde te halen.