Verdwaalde
druppels rollen van sparrentakken. De hevige hoosbui van vannacht zorgt voor
een groeispurt onder het groen. De vogels kwinkeleren. Door het massaal
neergedaalde stuifmeel zien waterplassen eruit als limoenkleurige psychedelische
kunstwerken. Door de hoge luchtvochtigheid telgangt Skip achter me aan. Dan
… buitensporig gesnuffel op de grond. Aan de overkant van de bosweg zie ik nog
net de spiegel van een ree tussen het gebladerte verdwijnen. Skip wordt
helemaal wild. Ik reageer direct en roep: ‘Kijk hier!’ Tegelijkertijd keil ik
een borrelnootje dat ik voor de afleidingsmanoeuvre het ultieme go hunt, altijd paraat heb.
Onvoorstelbaar, de smakelijke en vaak herhaalde oefening van achter een rollend bolvormig koekje aanrennen, werpt zijn vruchten af: voor het eerst ben IK leuker dan een dier in het wild!
uit de bundel Bezige Bu (2015)