Marters houden verscheidene stekjes aan voor verschillende activiteiten. Zo wordt slapen, poepen, spelen, nestelen en eten gedaan op separate daarvoor meest geschikte locaties. Sedert onbepaalde tijd huizen er steenmarters in het leegstaande schuurtje naast ons huis. Een voordeel: de bouwvallige barak wordt gebruikt als ontmoetingsruimte en speelplaats.
Skip is uiterst alert op het gestommel van de wilde diertjes. Grommend verdedigt hij ons fort. Baas W. wilde Skip in het ootje nemen. Hij plaatste een bedrieglijk realistisch pluchen exemplaar op de veranda. De opzet was: zou Skip zich laten bedotten en zo ja, wat zou zijn reactie zijn. Zou hij schrikken, hem wegjagen of overmeesteren?
Een slimme hond gaat na het laatste nachtelijke blokje om gelukzalig in zijn
mand dromen en laat zich niet in de luren leggen. Zijn baas wel. Die is de
vooropgezette val vergeten en trapt er zelf in. Bij het sluiten van de
achterdeur ontwaart hij in het donker twee glimmende kraaloogjes. Een kreet.
Gevloek. Gegrinnik om de eigen stupiditeit.
uit de bundel Bezige Bu (2015)