Wisselvallig. We vertrokken met zon. Nu schuift een grijs gordijn in sneltreinvaart over onze hoofden en verduistert het zonlicht waar we zo naar hunkeren. Op het uitlaatveld waar sociale vaardigheden tot bloei komen, nodigt een jeugdige Flatcoated Retriever - een zeldzame brownie met mahoniegloed - Skip uit om te spelen. Die heeft zijn rondje er al op zitten en heeft aller-geringst zin. De getapte Skip leidt de onvermoeibare Puk naar diens eigenaar. De opzet is dat die hem bij zich houdt. De eigenaar die in een druk gesprek met iemand verwikkeld was, haakt af en loopt een eindje met ons op in de veronderstelling dat de honden leuk aan het spelen zijn.
Dat was niet Skips bedoeling. Toch laat
hij zich vlot verleiden als Puk hem herhaaldelijk met de neus onder zijn buik
schept. Ach, het is nog maar zo’n onbezonnen ukkepuk die het goed bedoelt en
nog veel moet leren. Skip maakt zijn befaamde openingspirouettes. Ik toeter het
startsignaal: ‘Joepie!’ Daar gaan ze. Na honderd meter is Skip gespeeld
uitgeteld en laat dat merken door een blaffende snauw. Puk ziet een vers 'slachtoffer' en rent daar naar toe. Uit het zicht van de honden vraagt Skip
door een kluitje van de grond op te pakken en het voor mijn voeten te laten
vallen of we go-hunt, het
gooi-en-renspelletje, doen. Hoezo moe? Ik voel een eerste druppel. Ik gooi de
kluitjes vooruit. Zo zijn we vlugger bij de auto. Als we wegrijden, barst het
los. Quel timing.
uit de bundel Bezige Bu (2015)